Uitspraak
MEBA Beveiligingen B.V.,
MEBA,
[geïntimeerde],
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.De feiten
Betreft: Toekomstige aanvullende arbeidsvoorwaarden”. Het document luidt, voor zover hier van belang:
“
13e maand wordt ingevoerd per november 2017. Deze wordt naar rato terugbetaald mocht iemand binnen 12 maanden uit dienst gaan van 1-dec tot 1-dec.”
“
Ik wil u er ook op attenderen dat ik onbenutte verlofdagen heb die ik wil opnemen en resterende dagen uitbetaald zie worden.
“
Omdat er geen motivatie is gegeven voor de aanleiding om tot het ontslag te komen krijg ik hier een zeer vreemd gevoel over en wordt ik gedwongen om jou per direct vrij te stellen van werk en wordt jou de toegang tot het bedrijfsgebouw per direct ontzegd. Ik wil je er wel aan herinneren dat er tot en met 30-09-2021 nog steeds een arbeidsovereenkomst bestaat tussen jou en MEBA (…).”
“
Ik graag jouw en [naam4] [de collega die ook ontslag had genomen, hof] morgen om 14.00 uur graag op de zaak spreken. Tevens laptop en tablet meenemen, deze gaan wij weer inzetten.”
“(…)
Deze vrijstelling van werk wordt per direct ingetrokken. Dit houdt in dat er van (…) [geïntimeerde] per 10 september 2021 wordt verwacht dat hij weer aan het werk gaat. Doordat er een onhoudbare situatie is ontstaan, is overeengekomen dat (…) [geïntimeerde] zijn vrije dagen gaat opnemen tot en met 30 september 2021. Totaal gaat het dan om 15 verlofdagen.”
4.Het oordeel van het hof
grieven 1 en 3heeft aangevoerd (en door [geïntimeerde] niet is betwist), heeft MEBA geen belang bij een verdere bespreking van deze grieven.
Ik wil u er ook op attenderen dat ik onbenutte verlofdagen heb die ik wil opnemen en resterende dagen uitbetaald zie worden.”. Verder is het volgens MEBA zeer gebruikelijk dat een werknemer bij opzegging van de arbeidsovereenkomst verzoekt de resterende vakantiedagen op te nemen en geeft [geïntimeerde] in dezelfde brief aan dat hij graag een afspraak maakt om de bedrijfseigendommen in te leveren en vraagt hij niet om overleg over het opnemen van verlofdagen. MEBA concludeert dat zij er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat [geïntimeerde] vakantiedagen wilde opnemen in de periode tussen zijn opzegging van het dienstverband en moment van daadwerkelijk eindigen daarvan.
- ofwel blijkt dat [geïntimeerde] aan MEBA opzettelijk schade heeft toegebracht door een ‘lege’ laptop in te leveren;
- ofwel blijkt dat [geïntimeerde] zich ervan bewust was dat belangrijke informatie voor MEBA verloren kon gaan toen hij de laptop leeghaalde.
- [geïntimeerde] heeft tegelijk met de collega met wie hij de kern van de afdeling inbraakbeveiliging, toegangscontrole en camerabeveiliging vormde, zijn arbeidsovereenkomst bij MEBA opgezegd, terwijl zij beiden op vakantie waren;
- [geïntimeerde] begint in de brief van 1 augustus 2021 waarin hij zijn arbeidsovereenkomst met MEBA opzegt over het terugbrengen van bedrijfseigendommen, maar vraagt niet hoe hij de laptop in moet leveren;
- net als [geïntimeerde] heeft ook die collega de laptop die MEBA aan hem ter beschikking had gesteld ontdaan van alle bedrijfsinformatie ingeleverd;
- [geïntimeerde] is met die collega bij een concurrent van MEBA gaan werken;
- de (beveiligings)branche waarin MEBA actief is. [geïntimeerde] werkte met de vertrouwelijkheid en gevoeligheid van klant- en bedrijfsgegevens (waaronder inlogcodes) en
- meerdere klanten van MEBA zijn overgestapt naar de nieuwe werkgever van [geïntimeerde] .
grief (10)van MEBA slaagt niet en evenmin
grief 11die daarop voortbouwt. De vorderingen van MEBA in hoger beroep onder 1 en 2 zullen worden afgewezen.
Betreft: Toekomstige aanvullende arbeidsvoorwaarden”. Met de kantonrechter stelt het hof vast dat in dat stuk de 13e maand tussen andere afspraken staat waarvan duidelijk is dat die niet eenmalig zijn of voor slechts voor de duur van één jaar zullen gelden (zoals overuren, toepassing van de cao en inschaling). Ook de 13e maand wordt in dat stuk niet aan een specifiek jaar gekoppeld. In het document van MEBA van 22 september 2017 wordt aan de betaling van een 13e maand niet als voorwaarde verbonden dat dit afhankelijk is van het bedrijfsresultaat van MEBA. Ook het feit dat MEBA in 2017, 2018 en 2019 aan [geïntimeerde] een 13e maand heeft uitbetaald zonder daar (nu kenbaar) haar bedrijfsresultaat bij te betrekken, wijst op de juistheid van de stelling van [geïntimeerde] . Ook in de notulen van het werkoverleg van 19 oktober 2017 staat niet dat de 13e maand resultaatsafhankelijk is.
We hebben heel duidelijk aangegeven dat voornamelijk het uitkeren van de 13e maand ieder jaar opnieuw getoetst zou worden en afhankelijk zou zijn van de financiële situatie binnen MEBA beveiligingen”. Met alleen de schriftelijke verklaring heeft MEBA het tegenbewijs niet geleverd omdat in de schriftelijke verklaring van [naam2] ook staat: “
Naast de mondelinge gesprekken is een en ander ook schriftelijk vastgelegd en per mail toegezonden. Dit zou ons inziens te herleiden moeten zijn.” Het hof stelt vast dat MEBA geen stukken betreffende de met [geïntimeerde] gemaakte afspraken over de dertiende maand in het geding heeft gebracht. Op de mondelinge behandeling bij het hof heeft MEBA verklaart dat die stukken er niet zijn.