ECLI:NL:GHARL:2025:4979

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
13 augustus 2025
Publicatiedatum
12 augustus 2025
Zaaknummer
21-002616-24
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenarrest inzake heropening van het onderzoek naar de toerekeningsvatbaarheid van de verdachte

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 augustus 2025 een tussenarrest gewezen in het hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Overijssel. Het hof oordeelt dat het onderzoek niet volledig is geweest en acht het noodzakelijk dat de verdachte wordt onderzocht door een psycholoog. Dit onderzoek is van belang om te rapporteren over de toerekeningsvatbaarheid van de verdachte ten tijde van het plegen van het feit. Het hof heeft het onderzoek heropend en de zaak verwezen naar de raadsheer-commissaris voor de benoeming van een deskundige. De verdachte, geboren in 1971 en thans verblijvende in een penitentiaire inrichting, heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van 20 juni 2024. Tijdens de zitting op 30 juli 2025 is gebleken dat er geen rapportage door een gedragsdeskundige is gemaakt, wat het hof als onacceptabel beschouwt. Het hof heeft daarom besloten het onderzoek te schorsen voor onbepaalde tijd, met de opdracht om een mono-rapportage op te laten maken door een psycholoog. De hervatting van het onderzoek zal op een later tijdstip plaatsvinden, waarbij de verdachte en de benadeelde partijen tijdig op de hoogte worden gesteld van de zitting.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-002616-24
Uitspraak d.d.: 13 augustus 2025
Tegenspraak

Tussenarrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Zwolle,
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de meervoudige kamer in de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, van 20 juni 2024 met parketnummer
08-331810-23 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1971,
thans verblijvende in de P.I. [locatie] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit tussenarrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 30 juli 2025 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft verder kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadslieden,
mr. W.J. Morra en mr. L.R. Klaver, naar voren is gebracht.
Ook heeft het hof kennis genomen van hetgeen naar voren is gebracht door:
  • mr. B.P.J. Heinrici namens de benadeelde partijen [benadeelde 1] , [benadeelde 2] en [benadeelde 3] , en;
  • mr. M.J. van Rooij, namens de benadeelde partijen [benadeelde 4] . [benadeelde 5] , [benadeelde 6] , [benadeelde 7] , [benadeelde 8] en [benadeelde 9] .
Op de terechtzitting in hoger beroep van 30 juli 2025 is het onderzoek in deze strafzaak gesloten.
Tijdens de beraadslaging is gebleken dat het onderzoek niet volledig is geweest.
Omtrent de persoon van verdachte is om onnavolgbare redenen niet door een gedragsdeskundige gerapporteerd. Het hof heeft echter behoefte aan een beter beeld van de achtergrond en beweegredenen die tot dit vreselijke vergrijp hebben geleid.
Het hof acht het daarom van belang, dat verdachte wordt onderzocht door een psycholoog, zodat die kan rapporteren over de toerekeningsvatbaarheid van verdachte ten tijde van het plegen van het feit.
Het hof zal daarom het onderzoek ter terechtzitting heropenen, schorsen en de zaak verwijzen naar de raadsheer-commissaris teneinde een deskundige te benoemen. Het hof zal de hervatting van het onderzoek ter terechtzitting op een nader te bepalen datum gelasten.

BESLISSING

Het hof:
Heropent het onderzoek.
Geeft opdrachttot het laten opmaken van een mono-rapportage over verdachte door een psycholoog.
Stelt daartoe de stukken in handen van de raadsheer-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in dit hof.
Schorst het onderzoek voor onbepaalde tijd, in ieder geval voor een periode langer dan een maand maar niet langer dan drie maanden, om de klemmende reden dat het uitvoeren van de opgedragen onderzoekshandeling en het zittingsrooster van het hof aan hervatting van het onderzoek binnen één maand in de weg staan.
Bepaalt dat het onderzoek zal worden hervat tegen een nog nader te bepalen terechtzitting.
Beveelt de oproeping van de verdachte tegen het nog nader te bepalen tijdstip, met tijdige kennisgeving daarvan aan de raadslieden van verdachte en aan de benadeelde partijen/nabestaanden en hun advocaten.
Aldus gewezen door
mr. I.P.H.M. Severeijns, voorzitter,
mr. Z.J. Oosting en mr. K.J.C. Geeve, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. E.R. Koster-Nieuwenhuis, griffier,
en op 13 augustus 2025 ter openbare terechtzitting uitgesproken.