Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 22 januari 2024 te [plaats 1] , gemeente [gemeente] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, meermalen, althans eenmaal, die [slachtoffer 1] met een (houten) knuppel, althans een soortgelijk voorwerp, tegen het hoofd heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 22 januari 2024 te [plaats 1] , gemeente [gemeente] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen [slachtoffer 1] heeft mishandeld door die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal, met een (houten) knuppel, althans een soortgelijk voorwerp, tegen het hoofd te slaan;
hij op of omstreeks 22 januari 2024 te [plaats 1] , gemeente [gemeente] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 1] dreigend de woorden toe te voegen: "We slaan je hartstikke dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Bewijsoverwegingen
Bewezenverklaring
hij op 22 januari 2024 te [plaats 1] [slachtoffer 1] heeft mishandeld door die [slachtoffer 1] meermalen met een houten voorwerp tegen het hoofd te slaan;
hij op 22 januari 2024 te [plaats 1] , tezamen en in vereniging met een ander, [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [slachtoffer 1] dreigend de woorden toe te voegen: "We slaan je hartstikke dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Zaak met parketnummer 18-263369-23:
poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
60 (zestig) dagen.
59 (negenenvijftig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
- dat veroordeelde zich blijft melden op afspraken met de reclassering VNN [locatie 3] , zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- dat veroordeelde zich laat behandelen door de Forensische polikliniek van Verslavingszorg Noord Nederland of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt.
- dat veroordeelde zal verblijven in [beschermd wonen] van Verslavingszorg Noord Nederland of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd in zal spannen voor het vinden en behouden van vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur;
- dat veroordeelde mee zal werken aan controle van het gebruik van drugs om zijn middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd.
taakstrafvoor de duur van
200 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
100 (honderd) dagen hechtenis.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
€ 1.000,- (duizend euro), bestaande uit immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) voor een gedeelte van € 250,- (tweehonderdvijftig euro) hoofdelijk aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.