Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verweerster in principaal hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 augustus 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de omgangsregeling tussen een moeder en haar minderjarige dochter, die onder toezicht is gesteld van een gecertificeerde instelling (GI). De moeder en de vader van de minderjarige zijn gescheiden en hebben gezamenlijk gezag. De kinderrechter had eerder een omgangsregeling vastgesteld, maar deze bleek niet uitvoerbaar. De GI heeft een schriftelijke aanwijzing gegeven over de omgang, maar deze werd door de kinderrechter vervallen verklaard. De moeder verzocht om een uitbreiding van de omgang, terwijl de GI de regie over de omgangsregeling wilde behouden. Het hof heeft geoordeeld dat de huidige omgangsregeling, waarbij de minderjarige van vrijdagmiddag 14 uur tot zaterdagmiddag 14 uur bij de moeder verblijft, moet worden voortgezet en dat de GI verantwoordelijk is voor de uitvoering en eventuele uitbreiding van de omgang. De moeder mag geen uitspraken doen over de woonplaats van de minderjarige zolang het perspectief onduidelijk is. De beschikking van de kinderrechter is gedeeltelijk vernietigd en opnieuw vastgesteld, met de nadruk op de rol van de GI in de omgangsregeling.