ECLI:NL:GHARL:2025:5195

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
7 augustus 2025
Publicatiedatum
25 augustus 2025
Zaaknummer
P24/71
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege van een terbeschikkinggestelde na advies van deskundigen en reclassering

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 7 augustus 2025 uitspraak gedaan over de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege van een terbeschikkinggestelde. De terbeschikkinggestelde, geboren in 1972, verbleef in een forensisch psychiatrisch centrum en had beroep aangetekend tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Den Haag, die de terbeschikkingstelling met twee jaar had verlengd en het verzoek tot overbrenging naar het Pieter Baan Centrum had afgewezen. Tijdens de zitting op 24 juli 2025 zijn de advocaat-generaal en de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman, gehoord. Het hof heeft de adviezen van het Pieter Baan Centrum en de reclassering in overweging genomen, die beide positief adviseerden over de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging. Het hof heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde zich bereid heeft verklaard zich aan de voorwaarden te houden die door de reclassering zijn geadviseerd. Het hof concludeert dat het gevaar voor de veiligheid van anderen tot een aanvaardbaar niveau is teruggebracht, waardoor de voorwaardelijke beëindiging verantwoord is. De terbeschikkinggestelde zal bij zijn ouders gaan wonen en zal zich houden aan diverse voorwaarden, waaronder het meewerken aan reclasseringstoezicht en het ondergaan van ambulante behandeling. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken en de voorwaarden zijn vastgesteld om de terbeschikkinggestelde te ondersteunen in zijn terugkeer naar de maatschappij.

Uitspraak

TBS P24/71
Beslissing van 7 augustus 2025
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1972,
verblijvende in forensisch psychiatrisch centrum
(hierna: FPC)[locatie] ,
verder te noemen de terbeschikkinggestelde.
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag , van
7 november 2023. Deze beslissing houdt in de verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaren en afwijzing van het verzoek tot overbrenging ter observatie van de terbeschikkinggestelde naar het Pieter Baan Centrum.
Het hof heeft gelet op de stukken genoemd in de tussenbeslissing van 8 mei 2025 en daarnaast op:
- het proces-verbaal van het onderzoek ter zitting op 24 april 2025;
- de tussenbeslissing van het hof van 8 mei 2025;
- het advies van Reclassering Nederland van 2 juli 2025.
Het hof heeft ter zitting van 24 juli 2025 gehoord de advocaat-generaal, mr. R.J.A. Segerink, en de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman, mr. C.J.J. Kwint, advocaat te Den Haag . Het hof heeft ter zitting als deskundige gehoord [naam] , reclasseringswerker bij Reclassering Nederland.

Overwegingen

Tussenbeslissing van 8 mei 2025
Het hof heeft de beslissing van de rechtbank Den Haag van 7 november 2023 vernietigd en de terbeschikkingstelling verlengd met een termijn van twee jaar.
Ten aanzien van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege heeft het hof het volgende overwogen:
‘Het Pieter Baan Centrum acht een intensieve behandeling met een (zeer) hoog beveiligingsniveau niet noodzakelijk. Volgens het Pieter Baan Centrum kan in een voortvarend tempo worden toegewerkt naar een terugkeer in de maatschappij. Een ambulante behandeling bij [instelling] zou een verantwoord traject kunnen zijn. Het Pieter Baan Centrum adviseert dan ook de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege te onderzoeken, omdat dat het meest recht doet aan de vastgestelde diagnostiek, in combinatie met het laag tot laag-matige recidiverisico.
De FPC [locatie] onderschrijft de rapportage en de adviezen van het Pieter Baan Centrum en adviseert ambulante behandeling (bij [instelling] ) vorm te geven in combinatie met reclasseringstoezicht.
Gelet op deze adviezen acht het hof het noodzakelijk dat de mogelijkheid van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege wordt onderzocht en dat het als onderdeel daarvan voor de vorming van zijn eindoordeel wordt voorgelicht over de wijze waarop en de voorwaarden waaronder de terbeschikkinggestelde in de samenleving zou kunnen terugkeren.’
Het standpunt van deskundige [naam]
Deskundige [naam] heeft ter zitting bevestigd dat de reclassering, ondanks de ontkennende houding van de terbeschikkinggestelde en het daardoor niet van de grond komen van de klinische behandeling, positief adviseert over de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Dit is gebaseerd op het laag gewogen recidiverisico en het feit dat intensieve behandeling daar een contraproductief effect op kan hebben.
De terbeschikkinggestelde zal bij een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege gaan wonen bij zijn ouders. Het wonen bij zijn ouders werkt bevorderlijker voor de behandeling dan wanneer hij begeleid gaat wonen. Zedendaders hebben een betere behandelrespons als zij in een vertrouwde omgeving wonen. Deskundige [naam] heeft gesproken met de ouders van de terbeschikkinggestelde. De ouders van de terbeschikkinggestelde zien de terbeschikkinggestelde graag terugkomen in het gezin. Als de terbeschikkinggestelde om welke reden dan ook niet meer bij zijn ouders kan wonen, zijn er goede alternatieven beschikbaar.
De terbeschikkinggestelde is met spoed aangemeld bij [instelling] in het kader van ambulante behandeling. Per 1 juli 2025 is hij hier op de wachtlijst geplaatst. Het zou jammer zijn als de behandeling bij [instelling] niet naadloos aansluit op een eventuele voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege, maar als dit niet het geval is, werkt dit niet risicoverhogend. Deskundige [naam] heeft ter zitting aangegeven dat de reclassering bij een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege contact zal houden met de terbeschikkinggestelde en dat het contact zo nodig zal worden geïntensiveerd tot de behandeling bij [instelling] start. De terbeschikkinggestelde heeft voorafgaand aan de onderhavige veroordeling op vrijwillige basis behandeling gevolgd bij [instelling] . Die behandeling zal nu een vervolg krijgen.
Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
De raadsman heeft verzocht de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen conform het advies van FPC [locatie] , het Pieter Baan Centrum en de reclassering. Een klinische behandeling werkt contraproductief. De terbeschikkinggestelde heeft eerder behandeling gevolgd bij [instelling] en zij waren toen tevreden over hem. Een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege is verantwoord.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft ook geconcludeerd tot voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Het gevaar voor de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen is tot een zodanig aanvaardbaar niveau teruggebracht dat een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege verantwoord is.
Het oordeel van het hof
Het hof ziet in het behandelde ter zitting en in de adviezen van zowel de FPC [locatie] , het Pieter Baan Centrum als de reclassering aanleiding de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen. Het hof zal de voorwaarden overnemen zoals geadviseerd door de reclassering in het advies van 2 juli 2025. De terbeschikkinggestelde heeft zich bereid verklaard zich aan die voorwaarden te houden.
Gelet op het voorgaande is het hof, met de raadsman en de advocaat-generaal, van oordeel dat het gevaar voor de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen tot een zodanig aanvaardbaar niveau is teruggebracht dat een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege onder de hierna te noemen voorwaarden verantwoord is.

TUSSENBESLISSING

Het hof:
Beëindigtde verpleging van overheidswege voorwaardelijk en stelt daarbij de volgende voorwaarden:

1. Geen strafbaar feit plegen

De terbeschikkinggestelde maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit.

2. Meewerken aan reclasseringstoezicht

De terbeschikkinggestelde werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in dat:
  • de terbeschikkinggestelde zich meldt op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
  • de terbeschikkinggestelde een of meer vingerafdrukken laat nemen en een geldig identiteitsbewijs laat zien. Dit is nodig om de identiteit van de terbeschikkinggestelde vast te stellen;
  • de terbeschikkinggestelde zich houdt aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om de terbeschikkinggestelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
  • de terbeschikkinggestelde de reclassering helpt aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
  • de terbeschikkinggestelde meewerkt aan huisbezoeken;
  • de terbeschikkinggestelde de reclassering inzicht geeft in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
  • de terbeschikkinggestelde zich niet vestigt op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
  • de terbeschikkinggestelde meewerkt aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met de terbeschikkinggestelde, als dat van belang is voor het toezicht.

3. Niet naar het buitenland

De terbeschikkinggestelde gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zonder toestemming van de reclassering.

4. Ambulante behandeling

De terbeschikkinggestelde laat zich behandelen door [instelling] te [plaats] of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zo spoedig mogelijk. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De terbeschikkinggestelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling.

5. Openheid van zaken

De terbeschikkinggestelde verschaft de reclassering zicht op de voortgang van zijn behandeling en begeleiding en verleent de reclassering toestemming om relevante referenten te raadplegen en contact te onderhouden met personen en instanties die deel uitmaken van zijn netwerk. Dit betreft zowel de privésfeer (familieleden, eventueel nieuwe partner en dergelijke) als de professionele sfeer (werkgever en dergelijke).

6. Contactverbod

De terbeschikkinggestelde heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met zijn [dochter 1] , [dochter 2] en zijn [ex-partner] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt.
DraagtReclassering Nederlands op de terbeschikkinggestelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Aldus gedaan door
mr. M.J. Vos, voorzitter,
mr. O.G. Schuur en mr. P.C. Vegter, raadsheren,
en drs. D.M.L. Versteijnen en drs. J.L.M. Dinjens, raden,
in tegenwoordigheid van mr. R. Kaatman, griffier,
en op 7 augustus 2025 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.