Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
“Wat ik heb gedaan, doet ook slachtoffers wat aan. Ik heb wat in stand gehouden en dat wil ik niet”.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) jaar.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
- het (op digitale wijze) met een seksuele intentie communiceren met minderjarigen;
- gedrag dat is gericht op het zich begeven in een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
- gedrag dat is gericht op het zich begeven in een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd.
taakstrafvoor de duur van
150 (honderdvijftig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
75 (vijfenzeventig) dagen hechtenis.