In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 september 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toelating van een schuldenaar tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (wsnp). De rechtbank Gelderland had eerder, op 28 mei 2025, het verzoek van de schuldenaar tot toelating tot de wsnp afgewezen. De schuldenaar, een 47-jarige alleenstaande man, had een aanzienlijke schuldenlast van meer dan € 84.000,-, die voornamelijk was ontstaan door een gokverslaving. Daarnaast had hij te maken met een alcoholverslaving en stond hij onder beschermingsbewind. Het hof heeft vastgesteld dat alle schulden meer dan drie jaar voor de aanvraag zijn ontstaan, waardoor de vraag of de schuldenaar te goeder trouw was niet ter beoordeling voorlag. Het hof oordeelde dat de schuldenaar voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij in staat zal zijn zijn verplichtingen uit de wsnp na te komen. Dit werd onderbouwd door de positieve samenwerking met zijn beschermingsbewindvoerder en het feit dat hij sinds 2021 geen nieuwe schulden heeft gemaakt. Het hof heeft de afwijzing van de rechtbank vernietigd en de wsnp alsnog van toepassing verklaard, met een aanvangsdatum op de dag van de uitspraak.