ECLI:NL:GHARL:2025:5587

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
2 september 2025
Publicatiedatum
11 september 2025
Zaaknummer
200.342.456/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg over de status van een hoofdkavelweg in het huishoudelijk reglement van de Vereniging Tureluur Zuid in Almere

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 2 september 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de status van een weg in de wijk Oosterwold in Almere, die door de appellant als hoofdkavelweg werd aangemerkt. De appellant, die eerder bij de kantonrechter een vordering had ingesteld tegen de Vereniging Tureluur Zuid (VTZ), stelde dat de weg waar hij woonde, op basis van het huishoudelijk reglement van VTZ, als hoofdkavelweg moest worden beschouwd. Hij vorderde schadevergoeding van bijna € 10.000,- voor kosten die hij had gemaakt voor de aanleg en het onderhoud van de weg, die volgens hem voor rekening van VTZ zouden moeten komen. VTZ betwistte echter dat de weg als hoofdkavelweg kon worden aangemerkt en stelde dat het een kavelweg betrof. De kantonrechter had de vorderingen van de appellant afgewezen, waarna hij in hoger beroep ging. Het hof oordeelde dat de appellant niet voldoende juridische grondslag had aangedragen voor zijn vordering en dat de weg niet voldeed aan de definitie van een hoofdkavelweg zoals vastgelegd in de statuten en het huishoudelijk reglement van VTZ. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde de appellant tot betaling van de proceskosten.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden, afdeling civiel
zaaknummer gerechtshof 200.342.456/01
zaaknummer rechtbank Midden-Nederland, locatie Almere 10416534
arrest van 2 september 2025
in de zaak van
[appellant],
die woont in [woonplaats1] ,
die hoger beroep heeft ingesteld,
en bij de kantonrechter optrad als eiser,
hierna:
[appellant],
advocaat: mr. S. Rötscheid te Almere,
tegen
Vereniging Tureluur Zuid,
die is gevestigd in Almere,
en bij de kantonrechter optrad als gedaagde,
hierna:
VTZ,
advocaat: mr. J.E. Polet te Amsterdam.

1.Het verloop van de procedure in hoger beroep

Na het arrest van 7 januari 2025 heeft op 5 juni 2025 een enkelvoudige mondelinge behandeling bij het hof plaatsgevonden. Daarvan is een verslag gemaakt dat aan het dossier is toegevoegd (het proces-verbaal). Hierna hebben partijen het hof gevraagd opnieuw arrest te wijzen.

2.De kern van de zaak

2.1.
Deze zaak gaat over de vraag of de [adres] in [woonplaats1] , waar [appellant] woonde, is aan te merken als een hoofdkavelweg. Volgens [appellant] is dat op grond van het huishoudelijk reglement van VTZ wel het geval. Er is althans geen reden deze straat, die feitelijk als ontsluitingsweg fungeert, anders te behandelen dan de drie door VTZ als zodanig aangemerkte hoofdkavelwegen, te weten de Emile Durkheimweg, de Platoweg en de Vrije Vogellaan. [appellant] stelt dat hij daarom (1) geen lid had hoeven te worden van kavelwegvereniging Charlotte Bühlerweg en (2) aan deze kavelwegvereniging geen € 9.874,92 had hoeven te betalen voor de aanleg, het onderhoud en het beheer van de [adres] . De kosten voor hoofdkavelwegen zijn namelijk voor VTZ en dus voor rekening van alle bewoners in de wijk, terwijl de kosten voor kavelwegen voor rekening zijn van de betreffende kavelwegvereniging. [appellant] vordert dat bedrag als schadevergoeding.
2.2.
VTZ betwist dat de [adres] een hoofdkavelweg is. Volgens haar is het een kavelweg.
2.3.
[appellant] heeft bij de kantonrechter gevorderd VTZ te veroordelen tot betaling van € 9.874,92 in hoofdsom aan schadevergoeding en € 868,75 aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met rente en met veroordeling van VTZ in de proceskosten. Verder heeft [appellant] bij de kantonrechter gevorderd voor recht te verklaren dat toekomstige kosten voor de aanleg, het onderhoud en het beheer van de [adres] voor rekening van VTZ komen, net zoals dat het geval is voor de Emile Durkheimweg, de Platoweg en de Vrije Vogellaan.
2.4.
De kantonrechter heeft deze vorderingen afgewezen. De bedoeling van het hoger beroep is dat de afgewezen vorderingen alsnog worden toegewezen, met veroordeling van VTZ in de kosten van beide instanties. Op de mondelinge behandeling bij het hof heeft [appellant] zijn vordering in die zin verminderd dat de gevorderde verklaring voor recht ziet op de periode tot 6 juli 2023.
2.5.
Het hof zal het vonnis van de kantonrechter bekrachtigen. Dat wordt hierna uitgelegd, waarbij het hof reeds nu opmerkt dat [appellant] geen heldere juridische grondslag heeft genoemd waarop hij zijn vordering tot
schadevergoedingbaseert. De gestelde feiten en de hierna door het hof verworpen uitleg van de stukken leiden echter reeds tot de conclusie dat VTZ niet gehouden is tot schadevergoeding op welke wettelijke grond dan ook.

3.De feiten

3.1.
[appellant] was eigenaar van een kavel aan de [adres] in [woonplaats1] , in de wijk ‘Oosterwold’(hierna: de wijk). De wijk is een planologisch experiment van de gemeente Almere, waar bewoners (in de stukken ook ‘initiatiefnemers’ genoemd) landbouwgrond van de gemeente kopen, die zij volledig zelf moeten ontwikkelen, onder meer voor wat betreft wegen, elektriciteit en riolering.
3.2.
VTZ is op 16 oktober 2015 opgericht op initiatief van de gemeente Almere, met het statutaire doel in de wijk een hoofdwegstructuur aan te leggen en twee wegen te onderhouden die op de doorgaande weg langs het doelgebied (de Tureluurweg) uitkomen en die met elkaar zijn verbonden door een dwarsweg (in het dossier aangeduid als H-structuur).
In artikel 2 van de statuten van VTZ is het doel van VTZ meer specifiek omschreven als: “
a. Verwerving en vervreemding van de eigendom van grond voor (onder) de H-weg. De vereniging verwerft niet meer eigendom dan nodig voor de verwezenlijking van haar doelstelling (…) b. Aanleggen, beheren en ontsluiten van de H-weg met het doel om het doelgebied te ontsluiten. (…)”. In de statuten van VTZ is het begrip hoofdkavelweg als volgt omschreven: “
Een ontsluitingsweg (…) vanaf de Tureluurweg langs de Noordersloot (Fase 1) en een langs de Zuidersloot (Fase 2) verbonden door een dwarsverbinding (Fase 3)”. In de statuten van VTZ is het begrip kavelweg als volgt omschreven: “
Een weg die aansluit op de H-weg en niet onder het beheer van de Vereniging valt.
3.3.
In een (ongedateerd) document ‘bereikbaarheid Tureluur Zuid’ van VTZ zag de H-structuur langs de noordersloot, de zuidersloot en een tussenverbinding er als volgt uit:
3.4.
In iedere koopovereenkomst van kavels in de wijk is opgenomen dat de koper verplicht is om zich te verenigen in een kavelwegvereniging ter ontsluiting van de eigen kavel en in de hoofdkavelwegvereniging VTZ ter ontsluiting van de eigen kavelweg naar de doorgaande weg de Tureluurweg.
3.5.
Door de organische groei van de wijk bleek de realisatie van een oorspronkelijk beoogde H-weg niet mogelijk te zijn. Om die reden is de omschrijving in artikel 1 van het huishoudelijk regelement van VTZ op 23 december 2016 aangepast. Dit huishoudelijk regelement is goedgekeurd door de gemeente Almere op 7 januari 2017 en vastgesteld door de ALV van VTZ op 22 maart 2017. Sindsdien is in artikel 1 van het huishoudelijk reglement als hoofdkavelweg omschreven “
Elke ontsluitingsweg (…) vanaf de Tureluurweg die het doelgebied in loopt (…)” en als kavelweg “
Een weg die aansluit op de Hoofdkavelweg en niet onder het beheer van[VTZ]
valt”. In de preambule van het huishoudelijk reglement staat dat het bepalingen bevat in aanvulling op wat reeds is geregeld in de statuten van VTZ.
3.6.
Op 21 juni 2017 heeft VTZ de Emile Durkheimweg, de Platoweg en de Vrije Vogellaan als hoofdkavelwegen aangemerkt.
3.7.
Deze drie hoofdkavelwegen hebben meer iets van de vorm van de letter M gekregen. Op de afbeelding van Google Earth hieronder zijn de drie hoofdkavelwegen te zien.
3.8.
In de loop van 2019 heeft de kavelwegvereniging Charlotte Bühlerweg haar kavel aangesloten op de kavelweg van kavelwegvereniging Schoolstraat Oosterwolde (eigenaar van het deel van de [adres] dat uitkomt op de door de gemeente Almere vanuit de Tureluurweg aangelegde inrit naar het parkeerterreintje van de aldaar gevestigde School uit de Toekomst, zoals hieronder afgebeeld op een afbeelding van Google Earth.
3.9.
Op 5 augustus 2020 heeft [appellant] de kavel aan de [adres] in [woonplaats1] gekocht. [appellant] was lid van VTZ (de hoofdkavelwegvereniging) en van de kavelvereniging Charlotte Bühlerweg. De Charlotte Bühlerweg ligt in het verlengde van de [adres] ; voorbij de afslag Platoweg heeft de weg de naam [adres] .
3.10.
De [adres] heeft verschillende eigenaren, te weten deels de gemeente Almere (van de berm langs de Tureluurweg waar de gemeente een inrit heeft aangelegd naar het parkeerterrein van het schooltje), deels in privé-eigendom (als onderdeel van het perceel waarop het schooltje is gelegen) deels in eigendom van de kavelwegvereniging Schoolstraat Oosterwold (aan de eerste drie percelen aan de [adres] vanaf de Tureluurweg) en deels in eigendom van de kavelweg Vereniging Charlotte Bühlerweg (aan de overige percelen aan de [adres] ).
3.11.
Op 6 juli 2023 heeft [appellant] zijn kavel aan de [adres] in [woonplaats1] verkocht.

4.Het oordeel van het hof

4.1.
[appellant] vordert naleving van het huishoudelijk reglement van VTZ. Volgens [appellant] moet onder “
Elke ontsluitingsweg (…) vanaf de Tureluurweg die het doelgebied in loopt (…)” en daarmee aldus onder ‘hoofdkavelweg’ worden verstaan: elke weg in de wijk die aansluit op de Tureluurweg. VTZ betwist dit. Volgens VTZ heeft “
Elke ontsluitingsweg” alleen betrekking op elk van de drie door haar aangewezen hoofdkavelwegen (Emile Durkheimweg, Platoweg en Vrije Vogellaan).
4.2.
Het is aan [appellant] die zijn vordering baseert op de uitleg die hij aan het huishoudelijk reglement geeft, om concrete feiten en omstandigheden te stellen die deze uitleg rechtvaardigen, en om die feiten en omstandigheden zo nodig te bewijzen. Die feiten en omstandigheden heeft [appellant] niet gesteld.
4.3.
Het hof merkt allereerst op dat in de eerste zin van artikel 1 van het huishoudelijk reglement niet staat dat ‘elke weg’ in de wijk die aansluit op de Tureluurweg kwalificeert als een hoofdkavelweg, maar “
elke ontsluitingsweg”. Het huishoudelijk reglement definieert in artikel 1 “
ontsluitingsweg” vervolgens weer als “
hoofdkavelweg”.
4.4.
Verder betrekt [appellant] ten onrechte alleen de eerste zin van artikel 1 van het huishoudelijk reglement in zijn uitleg. Omdat een huishoudelijk reglement is bedoeld om derden te binden ( [appellant] heeft de kavel na de wijziging van het huishoudelijk reglement gekocht) zijn bij de uitleg ervan de bewoordingen van artikel 1 van belang en ook de elders in het reglement gebruikte bewoordingen en formuleringen en de aannemelijkheid van de rechtsgevolgen waartoe de verschillende, op zichzelf mogelijke tekstinterpretaties zouden leiden. Een huishoudelijk reglement is een aanvulling op de statuten en in artikel 2.4. van het huishoudelijk reglement is opgenomen dat als een bepaling in het huishoudelijk reglement in strijd is met een bepaling in de statuten, de bepaling in de statuten prevaleert. Bij de beoordeling of de [adres] een hoofdkavelweg is of een kavelweg, moet dus niet alleen worden gekeken naar andere bepalingen in het huishoudelijk reglement, maar ook naar de statuten.
4.5.
In zowel de statuten als het huishoudelijk reglement van VTZ wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdkavelwegen en kavelwegen.
In de statuten van VTZ wordt het begrip ‘hoofdkavelweg’ (ook wel: H-weg) omschreven als: “
Een ontsluitingsweg (…) vanaf de Tureluurweg langs de Noordersloot (Fase 1) en een langs de Zuidersloot (Fase 2) verbonden door een dwarsverbinding (Fase 3). (…)” en het begrip ‘Kavelweg’ (ook wel Zijweg) als “
Een weg die aansluit op de H-weg en niet onder het beheer van[VTZ]
valt”.
In het huishoudelijk reglement wordt het begrip ‘hoofdkavelweg’ in artikel 1 gedefinieerd als “
Elke ontsluitingsweg (met inbegrip van een berm en/of sloot) vanaf de Tureluurweg die het doelgebied in loopt. Wanneer niet expliciet anders is vermeld worden alle door[VTZ]
aangelegde een beheerde (stukken van) wegen gezamenlijk aangeduid met Hoofdkavelweg of gewoon “weg” ongeacht, ook wanneer het om bijvoorbeeld 2 of 3 ontsluitingswegen vanaf de Tureluurwet gaat.” In het huishoudelijk reglement wordt in artikel 1 het begrip ‘kavelweg’ (ook wel zijweg) gedefinieerd als “
Een weg die aansluit op de Hoofdkavelweg en niet onder het beheer van de vereniging valt”.
4.6.
Vaststaat dat de [adres] niet onder het beheer van VTZ is gebracht. De vordering van [appellant] is er immers op gericht om de [adres] onder het beheer van VTZ te laten vallen. De [adres] sluit aan op wat VTZ aanmerkt als hoofdkavelwegen. De [adres] en de Charlotte Bühlerweg hebben (in elkaars verlengde) met een bocht een verbinding met de hoofdkavelwegen Platoweg en Vrije Vogellaan. De [adres] voldoet daarmee veel meer aan de zowel in de statuten als in het huishoudelijk reglement gegeven omschrijving van een kavelweg dan aan de omschrijving van een hoofdkavelweg.
4.7.
Verder is in de doelomschrijving van VTZ in de statuten opgenomen dat VTZ niet meer eigendom verwerft dan nodig voor de verwezenlijking van haar doelstelling (artikel 2 lid 1 onder a). VTZ heeft de Emile Durkheimweg, de Platoweg en de Vrije Vogellaan als hoofdkavelwegen aangemerkt en daarmee – conform de statutaire doelstelling van VTZ – drie hoofdkavelwegen aangelegd (artikel 2 lid 1 onder b met dien verstande dat de H-structuur een M-structuur is geworden). Conform de vastlegging in de akten van levering waarin de afspraken tussen VTZ en de gemeente Almere zijn vastgelegd, inhoudende dat de initiatiefnemers verplicht worden te ontsluiten via een eigen kavelweg die aansluit op een hoofdkavelweg, is ontsluiting van het gebied daarmee gegarandeerd. Het is niet in overeenstemming met het voorgaande om een weg die aansluit op een hoofdkavelweg zelf ook als hoofdkavelweg aan te merken.
4.8.
Het hof stelt vast dat het deel van de [adres] waar de (voormalige) kavel van [appellant] aan grenst, eigendom is van de kavelwegvereniging Charlotte Bühlerweg en dat dit deel van de [adres] niet
directaansluit op de Tureluurweg, maar grenst aan het deel van de [adres] dat in eigendom is van de kavelwegvereniging Schoolstraat Oosterwold.
VTZ heeft erop gewezen dat ook andere bewoners ervoor kunnen kiezen om op een dergelijke wijze hun kavelweg te verbinden aan de Tureluurweg. De tekstinterpretatie van [appellant] zou dan de ongewenste consequentie hebben dat ook die kavelwegen tot hoofdkavelwegen zouden promoveren, terwijl vaststaat dat VTZ haar doelstelling tot het ontsluiten van de wijk reeds heeft bereikt met de Emile Durkheimweg, de Platoweg en de Vrije Vogellaan als hoofdkavelwegen. Ook dit hypothetische rechtsgevolg staat in de weg aan de uitleg die [appellant] bepleit.
4.9.
Het hof is op grond van het voorgaande van oordeel dat [appellant] niet kan worden gevolgd in de uitleg die hij aan artikel 1 van het huishoudelijk reglement van VTZ geeft, mede bezien in de context van de bewoordingen en formuleringen van de statuten waarop dat reglement is gebaseerd. Niet is komen vast te staan dat de [adres] kwalificeert als een hoofdkavelweg. Aan bewijslevering wordt niet toegekomen.
4.10.
Het hof merkt tot slot nog op dat de omstandigheid dat leden die aan een kavelweg wonen naast de VTZ-bijdrage ook kosten voor de eigen kavelweg betalen, ook als die aansluit op de Tureluurweg, niet meebrengt dat die kavelweg dus een hoofdkavelweg is. Daar is geen rechtsgrond voor.
De conclusie
4.11.
Het hoger beroep slaagt niet. Omdat [appellant] in het ongelijk zal worden gesteld, zal het hof [appellant] tot betaling van de proceskosten in hoger beroep veroordelen. Onder die kosten vallen ook de nakosten die nodig zijn voor de betekening van de uitspraak en de wettelijke rente daarover. De rente is verschuldigd vanaf veertien dagen na die betekening. [1]
4.12.
De veroordelingen in deze uitspraak kunnen ook ten uitvoer worden gelegd als een van partijen de beslissing van het hof voorlegt aan de Hoge Raad (uitvoerbaarheid bij voorraad).

5.De beslissing

Het hof:
5.1.
bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Almere van 21 februari 2024;
5.2.
veroordeelt [appellant] tot betaling van de volgende proceskosten van VTZ:
€ 798,- aan griffierecht
€ 1.716,- aan salaris van de advocaat van VTZ (2 procespunten x appeltarief I);
5.3.
bepaalt dat al deze kosten moeten worden betaald binnen 14 dagen na vandaag. Als niet op tijd wordt betaald, dan worden die kosten verhoogd met de wettelijke rente;
5.4.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst af wat verder is gevorderd.
Dit arrest is gewezen door mr. M. Aksu, M.W. Zandbergen en J. Smit, en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op
2 september 2025.

Voetnoten

1.HR 10 juni 2022, ECLI: NL:HR:2022:853.