Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster,
1.Het geding in eerste aanleg
- het beroepschrift tevens verzoek tot schorsing, met producties, ingekomen op 15 juli 2025;
- het verweerschrift op het verzoek tot schorsing;
- een journaalbericht van mr. Kranenburg van 15 augustus 2025 met producties 18 tot en met 30;
- een journaalbericht van mr. Kranenburg van 18 augustus 2025 met productie 31; en
- een journaalbericht van mr. Lans van 25 augustus 2025 met een brief met producties 10 tot en met 16.
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
Als de rechtbank de uitvoerbaarheid bij voorraad wel heeft gemotiveerd, kan het hof de uitvoerbaarheid schorsen als blijkt dat de beslissing van de rechtbank op een duidelijke fout of vergissing (een ‘kennelijke misslag’) berust of als zich na de bestreden beschikking nieuwe feiten hebben voorgedaan waarmee in de bestreden beschikking geen rekening gehouden kon worden. Die feiten moeten kunnen rechtvaardigen dat van de bestreden beschikking wordt afgeweken. [3]
Het hof zal daarom beoordelen of de beslissing van de rechtbank op een kennelijke misslag berust en/of zich na de bestreden beschikking nieuwe feiten hebben voorgedaan, die rechtvaardigen dat van de bestreden beschikking wordt afgeweken. Het hof zal de stellingen van de moeder over de belangenafweging buiten de beoordeling laten.
In het definitieve rapport heeft Karakter geadviseerd [minderjarige] te verwijzen naar het Therapie en Onderwijs Programma van [basisschool2] , een specialistische onderwijs- en behandelsetting, om van daaruit toe te kunnen werken naar plaatsing binnen regulier onderwijs. Maar voor zover plaatsing op [basisschool2] geen optie is voor de ouders, heeft Karakter geadviseerd een geleidelijke start te maken op het regulier onderwijs.
Gebleken is dat plaatsing op [basisschool2] (ook voor de moeder) geen optie is, waarmee het advies van Karakter dus is geleidelijk te starten op het reguliere onderwijs.
Het hof overweegt dat de moeder haar stelling niet heeft onderbouwd, zodat het hof hieraan – in het licht van de gemotiveerde betwisting door de vader – voorbij zal gaan. Daarbij weegt het hof mee dat de juffrouw van [minderjarige] na zijn eerste ochtend op school onder meer heeft geschreven dat het afscheid van de vader soepel verliep, [minderjarige] spraakzaam was en hij met een klasgenootje heeft gespeeld.
Het hof begrijpt hieruit dat de moeder van mening is dat de rechtbank de beslissing om aan de vader vervangende toestemming te verlenen, onvoldoende heeft gemotiveerd, in die zin dat de rechtbank de belangen van [minderjarige] en de mogelijkheid van thuisonderwijs daarbij onvoldoende heeft meegewogen, dan wel onvoldoende inzichtelijk heeft gemaakt of en hoe ze die belangen heeft meegewogen.
Of dat het geval is kan bij de behandeling van de hoofdzaak door het hof aan de orde komen, maar hiervoor is in de beoordeling van het schorsingsverzoek geen plaats.