In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gaat het om een verzoek tot vaststelling van een omgangsregeling tussen een vader en zijn twee kinderen, alsook om een verzoek van de moeder om vervangende toestemming voor het reizen naar België met de kinderen. De moeder, vertegenwoordigd door mr. W. van de Velde, en de vader, vertegenwoordigd door mr. L.M. Bongers, zijn in hoger beroep gegaan na een eerdere beschikking van de rechtbank Midden-Nederland. Het hof verwijst naar een eerdere tussenbeschikking van 20 februari 2025 en naar verschillende processtukken, waaronder rapporten van de raad voor de kinderbescherming en correspondentie van de gecertificeerde instelling Stichting Samen Veilig Midden-Nederland. Tijdens de mondelinge behandeling op 28 augustus 2025 waren beide ouders aanwezig, bijgestaan door hun advocaten, evenals een vertegenwoordiger van de raad.
Het hof heeft in zijn beslissing de bezwaren van de moeder tegen het indienen van bepaalde processtukken gehonoreerd en deze buiten beschouwing gelaten. Het hof heeft zich vervolgens aangesloten bij het advies van de raad, die had geadviseerd om geen zorgregeling vast te stellen, gezien de schadelijke situatie voor de kinderen en hun duidelijke wens om geen contact met de vader te hebben. Het hof heeft ook het verzoek van de moeder om vervangende toestemming voor het reizen met de kinderen afgewezen, omdat de vader eerder toestemming had gegeven voor een reis, mits de formulieren correct waren ingevuld. De proceskosten in hoger beroep zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is op 25 september 2025 uitgesproken in het openbaar.