Uitspraak
[appellante],
[geïntimeerde],
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
- de hoogte van de beweerdelijk voor rekening van [appellante] komende huishoudelijke uitgaven (ruim drie-en-een-halve ton in twee jaar tijd)
- de aanleiding tot het – gedurende de samenleving – starten van een procedure tegen echtgenote [appellante]
- de reden dat de partner van [appellante] ook tegen [naam4] is gaan procederen ter zake van een privévordering
- de reden dat [naam4] vervolgens geen verweer heeft gevoerd en evenmin in verzet is gekomen
- het tijdverloop sinds enerzijds de beëindiging van de bedrijfsactiviteit en de samenwoning met [naam2] en het verstekvonnis (1998/2000) en anderzijds de ingangsdatum van het pensioen van [geïntimeerde] vanaf zijn 65ste en de statuten-wijziging, gevolgd door de betaling aan haar echtgenoot [naam2] , met wie zij in 2006 inmiddels in gemeenschap van goederen was gehuwd (in beide gevallen 2009)
4.De beslissing
A.L.Goederee en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op