Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[vestigingsplaats](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Leeuwarden(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Vaststaande feiten
overdrachtsbelastingverwijs ik naar hetgeen je collega (…) aan jou heeft aangegeven naar aanleiding van mijn voorstel vorige week.
vennootschapsbelastingindien de fusie plaatsvindt op grond van zakelijke overwegingen (herstructurering en rationalisering van werkzaamheden). Gezien het creëren van een nieuwe, meer werkbare, structuur, is naar mijn mening aan de zakelijke overwegingen voldaan. Bovendien is, zoals besproken in de zomer en afgelopen vrijdag, het geenszins de bedoeling fiscale claims te ontgaan of uit te stellen. Juridische fusie zal overigens wel via artikel 14b lid 3 Wet Vpb moeten plaatsvinden in verband met de verrekening van verliezen met toekomstige winsten.
inkomstenbelastingkan een beroep worden gedaan op artikel 4.41 Wet IB, waarbij het aanmerkelijk belang voordeel (dat wordt genoten op grond van artikel 4.16 Wet IB) niet in aanmerking wordt genomen. Wij kunnen verzoeken de verkrijgingsprijs van de aanmerkelijk belang aandelen door te schuiven.
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
‘De fiscale claims zullen niet verdwijnen, maar toe blijven komen aan de verschillende natuurlijke en rechtspersonen.’,waaruit volgens belanghebbende, in samenhang met de eerdere correspondentie, volgt dat de verliezen van de fiscale eenheid [naam10] B.V. overgaan naar belanghebbende. Afgesproken is, zo heeft de gemachtigde zijn standpunt ter zitting van het Hof nader gepreciseerd, dat de verliezen van de fiscale eenheid [naam10] B.V. die aan [naam13] B.V. en [naam14] B.V. zijn toe te rekenen bij de verbreking van de fiscale eenheid zouden worden meegegeven aan deze dochtermaatschappijen en, naar het Hof begrijpt, op die wijze na de voeging in de fiscale eenheid [belanghebbende] B.V. zouden kunnen worden verrekend met de belastbare winst van belanghebbende. In de periode voorafgaand aan voormelde e-mail is volgens de gemachtigde niet gesproken over wettelijke formaliteiten waaraan voldaan zou moeten worden, zodat hij ervan mocht uitgaan dat de Inspecteur ermee heeft ingestemd dat de – onder meer in artikel 15af van de Wet Vpb opgenomen – wettelijke vereisten niet voor belanghebbende gelden. Dat hij wel bij brief van 31 maart 2016 (zie 2.22) aan de Inspecteur heeft gevraagd om de verliezen mee te geven, omdat hij zich, zo heeft hij desgevraagd ter zitting van het Hof verklaard, realiseerde dat er formeel ook nog een verzoek om het meegeven van verliezen zou moeten worden gedaan, doet daar niet aan af. Dit verzoek was alleen, in de woorden van de gemachtigde, ‘als extra slot op de deur’.
5.Griffierecht en proceskosten
6.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).