ECLI:NL:GHARL:2025:6326
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Beschikking
- K.H.P. Selcraig
- E.B.E.M. Rikaart-Gerard
- P.B. Kamminga
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging afwijzing verzoek vader om gezamenlijk gezag over minderjarige kinderen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 oktober 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake het gezag over twee minderjarige kinderen, [de minderjarige1] en [de minderjarige2]. De vader, die in hoger beroep is gekomen, verzocht om samen met de moeder weer belast te worden met het gezag over de kinderen. De rechtbank Midden-Nederland had eerder, op 15 januari 2025, het verzoek van de vader afgewezen en de omgangsregeling gewijzigd. De vader stelde dat er sinds de beëindiging van zijn gezag gewijzigde omstandigheden waren, zoals een verbeterde communicatie met de moeder en een stabiele leefsituatie. De moeder voerde verweer en vroeg het hof de vader niet-ontvankelijk te verklaren in zijn beroep.
Het hof heeft de feiten en de procedure in eerste aanleg in overweging genomen. De vader heeft vier grieven ingediend en het hof heeft beoordeeld of er sprake was van gewijzigde omstandigheden die het herstel van gezamenlijk gezag rechtvaardigden. Het hof concludeerde dat, hoewel de vader zijn leven op de rit heeft en de communicatie met de moeder verbeterd is, er nog steeds significante spanningen tussen de ouders bestaan. Dit zou kunnen leiden tot een onaanvaardbaar risico voor de kinderen, die mogelijk klem of verloren raken tussen de ouders. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank bekrachtigd, waarbij het belang van de kinderen voorop staat. De uitspraak benadrukt dat het herstel van gezamenlijk gezag niet in het belang van de kinderen is, gezien de huidige situatie.