In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 29 oktober 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Overijssel. De verdachte is veroordeeld voor het doden van een hond, waarbij hij de voorpoten van de hond met tie wraps aan elkaar heeft gebonden en de hond vervolgens in het water heeft gegooid. De politierechter had eerder een gevangenisstraf van zes maanden opgelegd, maar het hof heeft deze straf gematigd tot vijf maanden vanwege de overschrijding van de redelijke termijn. De verdachte had op 2 februari 2023 hoger beroep ingesteld, en het hof oordeelde dat de behandeling van de zaak meer dan acht maanden langer had geduurd dan toegestaan. Het hof heeft de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan in overweging genomen, evenals de proceshouding van de verdachte, die geen blijk van spijt toonde. De verdachte heeft verschillende medische klachten aangevoerd, maar het hof kon hier geen rekening mee houden zonder verdere onderbouwing. Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het bewezenverklaarde als strafbaar werd gekwalificeerd en de verdachte tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vijf maanden werd veroordeeld.