Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de memorie van antwoord met bijlage(n).
2.De feiten
allepanden, behalve [adres1] , aan jou toe te scheiden tegen de actuele marktwaarde. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
.De man heeft de daarbij behorende hypothecaire leningen voortgezet. De resterende hypotheekschuld voor deze panden bedroeg in totaal € 990.424,-. De totale overwaarde was daardoor € 1.164.576,-. De helft daarvan, een bedrag van € 582.288,- komt de vrouw toe.
.De vrouw heeft de daarbij behorende hypothecaire lening voortgezet van € 529.687,50. De overwaarde is € 170.312,50. De helft daarvan, een bedrag van € 85.156,25, komt de man toe.
.
3.Het geschil
- het hof voor recht verklaart dat zij gerechtigd is tot de helft van de verhuuropbrengsten van alle tot de beperkte (het hof begrijpt: eenvoudige) gemeenschap(pen) behorende onroerende zaken na aftrek van de uitgaven vanaf 1 januari 2022 tot het moment dat zij geen deelgenoot meer is van die gemeenschap(pen);
- de man veroordeeld wordt tot betaling aan haar van € 131.967,- of een door het hof te bepalen bedrag;
- het hof de man veroordeelt tot betaling aan de vrouw van de kosten die zij heeft moeten maken uit hoofde van de door [naam3] in haar opdracht verrichte werkzaamheden;
- het hof de man veroordeelt tot betaling aan de vrouw van € 12.653,65 of een bedrag dat het hof juist acht;
met compensatie van proceskosten in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt.
4.De redenen voor het oordeel van het hof
allediscussiepunten af te zijn”. Dat is op zichzelf juist, maar dat neemt niet weg dat “al die discussiepunten” verwijst naar de daarvoor genoemde discussies over onder meer de opbrengsten van de (verhuur)portefeuille.
31 december 2023 (zeven maanden) is de verhuuropbrengst (7/12e van € 1.595,25) € 930,56 geweest. In 2024 tot de leveringsdatum is de netto verhuuropbrengst na aftrek van de hypotheekrente en de hypotheekaflossingen € 5.806,- geweest. Tezamen is dat over de periode van 1 juni 2023 tot 28 oktober 2024 een bedrag van € 6.736,56. Daarvan komt de vrouw de helft toe oftewel € 3.368,28.