ECLI:NL:GHARL:2025:6946

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
4 november 2025
Publicatiedatum
5 november 2025
Zaaknummer
200.359.007/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over onderhouds- en reparatieverplichting van een fietsbrug nabij Waterpark Bodelaeke in Giethoorn

In deze zaak gaat het om een geschil tussen Bodelaeke B.V. en de Gemeente Steenwijkerland over de onderhouds- en reparatieverplichting van een fietsdraaibrug nabij Waterpark Bodelaeke in Giethoorn. De brug, die in 2008 is aangelegd, vertoont regelmatig storingen, waardoor deze niet toegankelijk is voor fietsers en voetgangers. De Gemeente heeft Bodelaeke in kort geding gedagvaard, waarbij zij nakoming van de samenwerkingsovereenkomst (SOK) vorderde, die onder andere stipuleert dat de brug 24/7 toegankelijk moet zijn voor het publiek. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van de Gemeente voor een groot deel toegewezen, maar Bodelaeke heeft hoger beroep ingesteld.

Het hof heeft de zaak op 2 oktober 2025 mondeling behandeld en op 4 november 2025 uitspraak gedaan. Het hof oordeelt dat Bodelaeke op grond van de SOK verantwoordelijk is voor het onderhoud van de brug, ook al is deze in plaats van een veerpont gerealiseerd. Het hof heeft de eerdere beslissing van de voorzieningenrechter vernietigd en een nieuwe voorziening getroffen. Bodelaeke moet storingen binnen bepaalde termijnen verhelpen, met dwangsommen als sanctie bij niet-nakoming. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een goede toegankelijkheid van de brug voor fietsers en voetgangers, terwijl ook rekening wordt gehouden met de belangen van Bodelaeke en het bootverkeer.

De uitspraak is van belang voor de verantwoordelijkheden van partijen in samenwerkingsovereenkomsten en de uitvoering daarvan in de praktijk, vooral in situaties waar openbare voorzieningen betrokken zijn.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden, afdeling civiel
zaaknummer gerechtshof 200.359.007/01
zaaknummer rechtbank Overijssel 335128
arrest in kort geding van 4 november 2025
in de zaak van
Bodelaeke B.V.,
die is gevestigd in [vestigingsplaats] ,
die hoger beroep heeft ingesteld,
en bij de voorzieningenrechter optrad als gedaagde,
hierna:
Bodelaeke,
advocaat: mr. R.M. Rijpstra te Arnhem,
tegen
Gemeente Steenwijkerland,
die is gevestigd in Steenwijk,
en bij de voorzieningenrechter optrad als eiseres,
hierna:
de Gemeente,
advocaat: mr. L.E. de Leeuw te Utrecht.

1.Het verloop van de procedure in hoger beroep

Bodelaeke heeft tijdig hoger beroep ingesteld tegen het vonnis dat de voorzieningenrechter in de rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, op 12 augustus 2025 tussen partijen heeft gewezen met de dagvaarding in hoger beroep (met grieven) van 8 september 2025, met producties. De Gemeente heeft daarop gereageerd met haar memorie van antwoord van
30 september 2025 met producties. Het hof heeft de zaak mondeling behandeld op de zitting van 2 oktober 2025, waarvan het verslag (proces-verbaal) bij de processtukken is gevoegd. Partijen hebben het hof verzocht om een arrest te wijzen.

2.De kern van de zaak

2.1
De zaak gaat over een in 2008 aangelegde fietsdraaibrug (de brug) die is gelegen in de buurt van Giethoorn, vlakbij het meer de Beulakerwijde. De brug is gelegen over een vaarwater dat een fietspad doorkruist. Dat vaarwater geeft toegang tot een door Bodelaeke gerealiseerd en door een dochtervennootschap van haar geëxploiteerd vakantiepark (Waterresort Bodelaeke).
2.2
Tussen Bodelaeke en de Gemeente is een in 2006 gesloten samenwerkingsovereenkomst (SOK) van kracht, waarin onder meer afspraken zijn gemaakt over de ontwikkeling en het beheer van het resort en de bereikbaarheid van het fietspad voor het publiek.
2.3 De brug vertoont regelmatig storingen. Als dat het geval is staat de brug open en is deze niet toegankelijk is voor fietsers en voetgangers. Dat was ook het geval in augustus 2025, reden voor de Gemeente om Bodelaeke in kort geding te dagvaarden. De Gemeente heeft bij de voorzieningenrechter nakoming van de SOK gevorderd, in die zin dat Bodelaeke gehouden is binnen vierentwintig uur na datum van het vonnis zorg te dragen en te houden voor een onbelemmerde openstelling van de fietsdraaibrug, zodat deze voor fietsers en voetgangers te allen tijde, 24 uur per dag en 7 dagen per week, gratis publiek toegankelijk en in bedrijf is, met dien verstande dat de fietsdraaibrug slechts tijdelijk en kortstondig open mag zijn voor reguliere doorvaart, op verbeurte van een dwangsom, met veroordeling van Bodelaeke in de proceskosten.
2.4
De voorzieningenrechter heeft deze vorderingen voor een belangrijk deel toegewezen. .De bedoeling van het hoger beroep is dat de toegewezen vorderingen alsnog worden afgewezen.
2.5
Het hof zal het vonnis van de voorzieningenrechter vernietigen en een andere voorziening treffen dan de voorzieningenrechter heeft gedaan. Dat wordt hierna uitgelegd, waarbij de bezwaren die Bodelaeke tegen het vonnis heeft aangevoerd gezamenlijk worden beoordeeld. De achtergrond van het geschil wordt gevormd door de volgende feiten, die het hof opnieuw heeft vastgesteld.

3.De feiten

3.1
De rechtbank heeft in het bestreden vonnis feiten vastgesteld. Onder grief 1 in principaal hoger beroep heeft Bodelaeke onderdelen van deze feitenvaststelling of daaraan door de voorzieningenrechter verbonden gevolgen bestreden. Hieronder zijn de feiten vastgesteld met inachtneming van de door Bodelaeke aangevoerde bezwaren.
3.2
Op 24 oktober 2006 is tussen de Gemeente, de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland (hierna: Natuurmonumenten) en de vennootschap onder firma Bouwcombinatie Van Dijk Bouw – OCB VOF (hierna: de Bouwcombinatie) een Samenwerkingsovereenkomst Beulakerpolder/Giethoorn+ (verder: SOK) gesloten. De SOK is gesloten in verband met de wens van Natuurmonumenten en de Bouwcombinatie om in Giethoorn een aantal hectare natuur en aangrenzend daaraan woningen en een camping te ontwikkelen en de bereidheid van de Gemeente om aan de ontwikkeling van dat plan medewerking te verlenen.
3.3
Bodelaeke heeft de rechten en plichten uit de SOK van de Bouwcombinatie overgenomen. Op de locatie van het plangebied heeft Bodelaeke het vakantiepark “Waterresort Bodelaeke” gerealiseerd. Dit park bestaat uit 191 recreatiewoningen, 15 boothuizen, een restaurant met jachthaven, 36 woningen voor permanente bewoning en een camperresort.
3.4
In de SOK is onder meer bepaald:

Artikel 8 Bouw- en woonrijp maken, aanleg openbaar gebied en realisatie veerpont
8.1
De aanleg van de openbare voorzieningen en de veerpont (Bijlage 1) geschiedt door of vanwege en voor rekening en risico van de Bouwcombinatie, waarbij de Bouwcombinatie tevens zal voorzien in de directievoering en toezicht. Onder deze openbare voorzieningen wordt verstaan
-rondweg
-fietspad over de dijk
-brug Cornelisgracht
-brug Jonenweg
(…)
8.2
De door de Bouwcombinatie voor haar rekening en risico te realiseren automatische veerpont blijft in eigendom bij de Bouwcombinatie. Het beheer en onderhoud van de veerpont komt voor rekening en risico van de Bouwcombinatie en uitdrukkelijk niet voor de Gemeente. De Bouwcombinatie is verplicht de veerpont ten alle tijden, 24 uur per dag, 7 dagen per week, gratis publiek toegankelijk en in bedrijf te houden op een zodanige wijze dat de gebruiksmogelijkheden van het fietspad optimaal gewaarborgd zijn, een en ander tenzij er sprake is van weersomstandigheden, zoals ijsvorming, die een veilig gebruik van de veerpont in gevaar brengen.
Bij wijze van kwalitatieve verplichting in de zin van artikel 6:252 BW en kettingbeding zoals omschreven in artikel 7.4 leden d, e, en f, dient de Bouwcombinatie het bepaalde in dit artikel aan zijn rechtsopvolger(s) en de gebruiker op te leggen.
(…)
8.11
De Gemeente neemt het gehele feitelijke beheer van het door de Bouwcombinatie woonrijp gemaakt gebied met een beoogde openbare bestemming in eigendom over (…)
8.17
Partijen komen overeen dat Natuurmonumenten medewerking zal verlenen aan de vestiging van een zelfstandig recht van opstal ten behoeve van de Gemeente en ten laste van het door de Bouwcombinatie te realiseren fietspad. (…)”
3.5
Het hiervoor bedoelde opstalrecht is op 26 april 2018 gevestigd.
3.6
De aanvankelijk voorziene veerpont is op initiatief van de Vereniging Dorpsbelangen Giethoorn in overleg tussen de contractspartijen bij de SOK vervangen door de brug. Op een onderstaande foto is de destijds gerealiseerde brug te zien:
3.7
De brug bevindt zich vlakbij Waterresort Bodelaeke en is gesitueerd op percelen waarvan Natuurmonumenten nog steeds eigenaar is. De brug wordt bediend met een knop vanaf het water en kan dan in een open stand gezet worden zodat boten kunnen passeren. Nadat op de knop is gedrukt worden fietsers en voetgangers gewaarschuwd met een belsignaal en een rood licht dat de brug open gaat. Er gaat een slagboom naar beneden gaat en vervolgens draait de brug open. Een verkeerslicht op het water geeft dan aan dat boten de brug kunnen passeren. Na verloop van ongeveer 2 minuten nadat de laatste boot is gepasseerd gaat de brug automatisch dicht, dus zonder dat daarvoor door de fietsers of voetgangers op een knop behoeft te worden gedrukt. Dat was eerder, tot ongeveer 2015, wel het geval: toen bleef de brug openstaan nadat een boot was gepasseerd en diende deze met een druk op de knop te worden gesloten door een fietser/voetganger. Als de brug open staat en niet toegankelijk is voor fietsers en voetgangers moeten die ongeveer twee/drie kilometer omfietsen/omlopen.
3.8
Bij de brug staat een kast die door Bodelaeke geopend kan worden om de brug te resetten indien zich een storing voordoet die niet het gevolg is van een defect onderdeel, maar van een handeling of gedraging van iemand die met een boot de brug wil passeren of heeft gepasseerd en zich niet aan de regels houdt.
3.9
Ten noorden van het waterresort loopt de Cornelisgracht. Via die waterweg kunnen kleine boten zonder mast het resort verlaten. De situatie ter plaatse blijkt verder uit de volgende afbeelding, waarop de brug staat aangegeven met een rode pijl; het waterressort bestaat uit de diverse schiereilanden.
3.1
Partijen zijn in 2011 en 2014 in gesprek gegaan over de eigendom, het beheer en het onderhoud van de fietsdraaibrug. Partijen hebben daarover geen overeenstemming bereikt.
3.11
In een ambtelijk advies aan het College van burgemeester en wethouders van de Gemeente van 28 januari 2014 (hierna: het collegeadvies) is over de brug het volgende opgenomen:
“C.
Wijzigingen ten opzichte van de afspraken in de Samenwerkingsovereenkomst 2006
De algemene afspraak ten aanzien van de openbare ruimte in de Samenwerkings-overeenkomst (hierna: SOK) is dat de aanleg van alle openbare voorzieningen wordt gerealiseerd conform goedgekeurd bestek door en voor rekening/risico van de Bouwcombinatie/Bodelaeke BV. Nadat de voorzieningen zijn aangelegd, wordt e.e.a. in een procesverbaal opgenomen zodat beoordeeld kan worden of en hoe de gemeente de betreffende voorziening overneemt. Daar waar afgeweken wordt van gemaakte afspraken (SOK) zal de haalbaarheid daarvan getoetst worden aan regulier beheerbeleid en de noodzakelijke compensatiemaatregelen.
Opname: middels het procesverbaal van opneming 30-06-2010 en27-09-2010 (bijgevoegd; inclusief kaart) zijn onder voorwaarden de volgende werken opgeleverd:
de brug Jonenweg, het fietspad op de kade, de rondweg, omgeving Van der Gootplantsoen 20 t/m 34, gracht Van der Gootplantsoen en de brug alsmede de fietsbrug Cornelisgracht.
De fietsdraaibrug is niet opgenomen omdat daar specifieke afspraken voor gemaakt moeten
worden (zie hierna onder d.). De voorwaarden van beide procesverbalen betreffen de onvoltooide acties die op 15-09-2011 klaar zouden zijn. Dit moment is in overleg uitgesteld tot 28-09-2011.
(…)
d. fietspad over de dijk
Afspraken SOK:
Natuurmonumenten verleent aan gemeente een recht van opstal voor dit fietspad.
Voorstel nieuwe afspraak:
gemeente neemt conform het proces-verbaal van opneming 27-09-2010 het fietspad over per 28-09-
2011 onder voorwaarde dat het straatwerk nabij de Jonenweg wordt hersteld inclusief het plaatsen
dvan een klappaal.
Opm. recht van opstal is nog niet verleend (…)
3. Fietsdraaibrug Vosjacht
In de SOK 2006 (8.2) is overeengekomen dat ontwikkelaar voor zijn rekening en risico een
automatische veerpont realiseert en dat deze veerpont in eigendom blijft bij ontwikkelaar.
Verder is opgenomen dat "het beheer en onderhoud van de veerpont voor rekening en risico komt van de Bouwcombinatie en uitdrukkelijk niet voor de gemeente.
De Bouwcombinatie is verplicht de veerpont altijd, 24 uur per dag, 7 dagen per week, gratis publiekelijk toegankelijk en in bedrijf te houden op een zodanige wijze dat de gebruiksmogelijkheden van het fietspad optimaal gewaarborgd zijn..... ".
In het raadsbesluit van 24 juni 2008 is als een reactie op een zienswijze vastgelegd dat: "Na overleg met initiatiefnemers echter toch besloten is om (geen veerpont maar) een brug te realiseren. Hierbij wordt uitgegaan van een brug die altijd open staat en door middel van een drukknop naar beneden gaat. De brug krijgt een doorvaartbreedte van circa 8 meter".
Praktijk is dat de aangelegde fietsdraaibrug kinderziektes kende en dat er een discussie is ontstaan wie er voorrang heeft; de boten van het park dan wel de fietsers omdat de brug deel uit maakt van een openbare fietsroute.
Het raadsbesluit geeft echter aan dat boten voorrang hebben op de fietsers en is m.i. helder.
Voorstel 3a.
Op basis van de gestelde voorrangsregel neemt de gemeente de fietsdraaibrug qua eigendom niet over.
(…)
Voorstel 3b.
de gemeente is bereid het standpunt onder 3a. te heroverwegen mits de openstelling van de brug wijzigt ten voordele van het fietsverkeer en tevens voorzieningen worden getroffen voor het bootverkeer. Verder moet de gemeente door de ontwikkelaar financieel gecompenseerd worden voor het toekomstig onderhoud en moet de gemeente akkoord zijn met de staat waarin het werk verkeert.
De ontwikkelaar verwacht dat het bedieningsregime van de fietsdraaibrug zodanig ingesteld kan worden dat de brug in rustsituatie gesloten is voor vaarverkeer en fietsers dus niet hoeven te wachten. Verder heeft ontwikkelaar geen privaatrechtelijke verplichtingen op dit punt met de eigenaren van een parkwoning.”
3.12
Ten behoeve van de verkoop van kavels met vakantiewoningen heeft Bodelaeke op 14 februari 2014 een akte laten opstellen, waarin regelingen zijn opgenomen die alle eigenaren en gebruikers van het park aangaan. Hierin is onder meer bepaald dat in de koopovereenkomst en de akte van levering een erfdienstbaarheid zal worden gevestigd “om te komen en te gaan van en naar enerzijds de kavel en anderzijds naar openbaar water en overige delen van Bodelaeke”. In de leveringsakten met betrekking tot de verkochte vakantiewoningen zijn, in lijn met het voorgaande, erfdienstbaarheden gevestigd.
3.13
In 2021 zijn partijen opnieuw met elkaar in gesprek gegaan. De gespreksonderwerpen zijn vastgelegd in het document “afspraken Bodelaeke (voortgang afhandeling knelpunten van 29 oktober 2021)”. Uit het document blijkt dat partijen wat betreft de brug hebben gesproken over een overname van de brug door de Gemeente van Bodelaeke en over een bijdrage van de Gemeente in de door Bodelaeke te maken onderhoudskosten, omdat de brug volgens Bodelaeke een onmisbaar element in de toeristische fietsroute is. Het overleg heeft niet tot afspraken geleid.
3.14
In de zomer van 2024 heeft de brug meerdere malen en soms voor langere tijd in storing gestaan. Daarbij is de brug telkens open gebleven voor bootverkeer en was deze niet toegankelijk voor fietsers en voetgangers.
3.15
Op 21 oktober 2024 heeft de Gemeente een brief naar Bodelaeke gestuurd waarin zij Bodelaeke onder meer heeft gewezen op haar verplichtingen uit artikel 8.2 van de SOK.
3.16
Op 19 november 2024 heeft de Gemeente haar standpunt met betrekking tot het beheer en onderhoud van de brug kenbaar gemaakt via een “Informatienota over stand van zaken brug Bodelaeke” (hierna: de informatienota). Op 30 november 2024 heeft Bodelaeke bezwaar gemaakt tegen de informatienota.
3.17
Met een e-mail van 7 april 2025 heeft de Gemeente Bodelaeke aangeschreven, omdat de brug niet toegankelijk was voor fietsers en voetgangers. Bodelaeke heeft diezelfde dag gereageerd. Daarbij heeft Bodelaeke aangegeven dat de brug is beschadigd door vernieling, dat zij een onderdeel besteld heeft en dat de brug zodra het onderdeel geleverd en geplaatst is, weer zal worden opengesteld voor fietsers en voetgangers.
3.18
Met een brief van 10 april 2025 heeft de Gemeente Bodelaeke weer in gebreke gesteld. Op 11 april 2025 heeft Bodelaeke daarop gereageerd. Zij heeft herhaald wat zij op
7 april 2025 bericht heeft en daaraan toegevoegd dat zij graag overleg met de Gemeente heeft over de uitleg van artikel 8.2 van de SOK.
3.19
Met brieven van 23 april 2025 en 6 mei 2025 hebben respectievelijk Vereniging Dorpsbelangen Giethoorn ’t Gieters Belang (hierna: ’t Gieters Belang) en Fietsersbond Steenwijkerland een verzoek om handhaving ingediend bij de Gemeente met als doel dat de brug wordt opengesteld voor fietsers.
3.2
Op 28 april 2025 heeft er overleg plaatsgevonden tussen de Gemeente en Bodelaeke. In navolging van dit gesprek heeft de Gemeente Bodelaeke bij brief van 7 mei 2025 gesommeerd om de brug binnen 48 uur na ontvangst van de brief zo te plaatsen dat deze toegankelijk is voor voetgangers en fietsers. Bodelaeke heeft hier geen gehoor aan gegeven.
3.21
Op 14 mei 2025 heeft de Gemeente geconstateerd dat de brug hersteld was en dat deze weer toegankelijk was voor fietsers en voetgangers. Op 30 mei 2025 heeft Bodelaeke aan de Gemeente laten weten dat de brug wederom niet werkt en dat zij een monteur heeft ingeschakeld voor reparatie.
3.22
Op 3 juni 2025 heeft de Gemeente Bodelaeke nogmaals in gebreke gesteld en gesommeerd om de brug uiterlijk 9 juni 2025 zo te plaatsen dat deze toegankelijk is en blijft voor fietsers en voetgangers. Op 12 juni 2025 was de fietsdraaibrug hersteld.
3.23
Op 17 juni 2025 heeft de Gemeente geconstateerd dat de brug weer in storing staat en open staat.

4.Het oordeel van het hof

Spoedeisend belang
4.1
In een kort geding moet het hof ambtshalve beoordelen of de partij die de voorlopige voorziening vordert nog een spoedeisend belang heeft bij die voorlopige voorziening. Die beoordeling moet plaatsvinden aan de hand van een afweging van de belangen van partijen, naar de toestand ten tijde van de uitspraak van het hof. Indien dat spoedeisend belang er dan niet is moet de vordering alsnog worden afgewezen.
4.2
Bodelaeke heeft aangevoerd dat het spoedeisend belang van de Gemeente bij de gevorderde voorziening inmiddels ontbreekt omdat de brug na het vonnis is gerepareerd en weer toegankelijk is voor fietsers en voetgangers, en omdat de gemeente heeft nagelaten over deze kwestie in een eerder stadium een bodemprocedure te starten, toen zich storingen hebben voorgedaan.
4.3
Het hof is van oordeel dat de Gemeente nog steeds een voldoende spoedeisend belang bij de gevorderde voorzieningen heeft. Daarvoor is redengevend dat de brug in de afgelopen jaren veelvuldig in storing is geraakt en dat niet valt uit te sluiten dat dit weer kan gebeuren, mede gezien de aard van de storingen. Bodelaeke erkent dat feitelijk ook in haar motivering voor de noodzaak van haar spoedappel. De storingen hebben verschillende oorzaken en een definitieve oplossing ter voorkoming daarvan is er nog niet. De Gemeente kan verder in redelijkheid niet worden tegengeworpen dat zij heeft nagelaten een bodemprocedure te beginnen na eerdere storingen, die steeds door Bodelaeke, al dan niet na aanmaning, zijn verholpen, mede gezien de tijd die in het algemeen met een bodemprocedure is gemoeid. [1]
Maatstaf
4.4
In een kort geding, waarin voor bewijslevering vanwege de aard van die procedure in het algemeen geen ruimte is, moet worden beoordeeld of voldoende aannemelijk is dat de vorderingen van de Gemeente in een eventuele bodemprocedure zullen worden toegewezen. Dat hangt af van de uitkomst van een beoordeling van de voorlopige merites van de zaak en van de afweging van de belangen van partijen, beoordeeld naar de toestand ten tijde van de uitspraak.
Bodelaeke moet op grond van het contract de brug onderhouden en storingen verhelpen
4.5
De Gemeente heeft haar vorderingen gebaseerd op artikel 8.2 van de SOK. Volgens haar brengt dat artikel mee dat Bodelaeke verplicht is de brug te onderhouden en storingen te (laten) verhelpen, om er voor te zorgen de brug steeds (24 uur per dag/7dagen per week) voor fietsers en voetgangers toegankelijk is, ook tijdens storingen. Bodelaeke voert als meest verstrekkend verweer dat artikel 8.2 van de SOK niet van toepassing is op de brug. Volgens Bodelaeke heeft de voorzieningenrechter ten onrechte de praktische en technische verschillen tussen de in artikel 8.2 genoemde veerpont en de feitelijk gerealiseerde brug onvoldoende onderkend. Ook heeft de voorzieningenrechter miskend dat er een voorrangsregel geldt, die meebrengt dat bij een storing het bootverkeer voorrang heeft op het verkeer over de brug. Dat betekent dat bij een storing de brug voor het bootverkeer open moet blijven en niet dicht. In de SOK ontbreekt een regeling wat te doen bij storingen van de brug. Deze leemte moet op grond van redelijkheid en billijkheid worden aangevuld. Redelijkheid en billijkheid brengen dan mee dat de brug binnen een redelijke termijn door Bodelaeke moet worden hersteld en dat de brug zolang de storing duurt voor het bootverkeer open moet blijven en niet dicht. Ook een belangenafweging brengt dat mee, aldus nog steeds Bodelaeke.
4.6
Het hof stelt voorop dat het voorshands van oordeel is dat de onderhouds- en reparatieverplichting in artikel 8.2 SOK ook geldt voor de brug die in de plaats van de veerpont is gekomen. Daarbij betrekt het hof dat Bodelaeke van meet af aan de daarin opgenomen onderhouds- en reparatieverplichting op zich heeft genomen.
Het feit dat zij met de Gemeente in gesprek is gegaan over het overnemen van de brug en een bijdrage van de Gemeente in de kosten van het onderhoud, zoals bijvoorbeeld blijkt het ambtelijk advies uit 2014, wijst er ook op dat Bodelaeke er zelf steeds vanuit is gegaan dat die verplichtingen op haar rusten.
4.7
Bodelaeke heeft haar verweer dat zij niet onderhoudsplichtig is – en dat daarover kennelijk so wie so nog geen afspraken zijn gemaakt – mede gebaseerd op het ambtelijk advies van oktober 2011. Dat verweer kan Bodelaeke evenmin baten. De verwijzing naar een zinsnede op pagina 8 daarvan (
De fietsdraaibrug is niet opgenomen omdat daar specifieke afspraken voor gemaakt moeten worden (zie hierna onder d.)is onvolledig, omdat daarbij punt d. van dat advies niet is betrokken. Het hof meent voorshands dat dit punt d. zo begrepen moet worden dat het hierbij ging om het overnemen van het fietspad en niet over de onderhoudsverplichting voor de brug.
4.8
Met het oordeel dat Bodelaeke het onderhoud aan de brug moet verrichten op grond van artikel 8.2 SOK is niet verenigbaar het beroep van Bodelaeke op artikel 8.11 SOK, voorzover dat inhoudt dat de Gemeente op grond van dat artikel de brug moet onderhouden. Destijds is niet beoogd dat artikel 8.11 SOK ook betrekking had op de veerpont. Daarover is in artikel 8.2 van de SOK immers specifiek geregeld dat het beheer en onderhoud daarvan bij (de rechtsvoorgangster) van Bodelaeke rustte en niet bij de Gemeente. De veerpont is naast andere openbare voorzieningen genoemd in artikel 8.1 SOK en behoort niet tot het woonrijp gemaakte gebied zoals dat is bedoeld in artikel 8.11 SOK. Het enkele feit dat in plaats van een veerpont een brug is gerealiseerd maakt dan ook niet dat deze artikelen daarop van toepassing zijn geworden. Dat is in het kader van dit kort geding onvoldoende aannemelijk geworden.
4.9
Het hof laat de eerst ter zitting van het hof ingenomen stelling dat de SOK nietig is wegens strijd met de Wegenwet - en daarmee dat op grond van die SOK geen onderhoudsverplichting van Bodelaeke meer bestaat - buiten beschouwing; wat daarvan ook zij, die stelling houdt een grief in die niet in de memorie van grieven is terug te vinden en is daarmee in strijd met de tweeconclusieregel. Van een uitzondering op die regel die meebrengt dat de grief toch zou moeten worden beoordeeld is geen sprake.
4.1
Het voorgaande brengt mee dat Bodelaeke op grond van de SOK de brug moet onderhouden en storingen moet verhelpen zodat fietsers en voetgangers over die brug kunnen gaan [2] .
De brug open of dicht bij een storing?
4.11
Voor het antwoord op de vraag of de brug open moet blijven voor boten of voor fietsers en voetgangers gedurende de tijd die nodig is om een reparatie uit te voeren of om storing te verhelpen heeft Bodelaeke benadrukt dat er een voorrangsregel geldt die meebrengt dat de brug dan voor boten open moet blijven. Wat daarvan verder ook zij, feitelijk is het sinds 2015 zo dat die voorrang niet meer inhoudt dan dat het bootverkeer met een druk op de knop bepaalt of de brug opengaat; fietsers en voetgangers hebben daar geen invloed op. Met het automatische systeem van sluiting is geregeld dat de brug daarna dicht gaat. De voorrangsregel betekent dan ook niet zonder meer dat de brug steeds open mag blijven bij een storing zolang die niet verholpen is. Dat zou ook afbreuk doen aan de kernverplichting van artikel 8.2 SOK, die inhoudt dat de toegang voor fietsers en voetgangers optimaal gewaarborgd moet zijn. Anderzijds: de bepaling dat de brug 24 uur per dag op 7 dagen per week open zou moeten zijn voor fietsers en voetgangers kan in redelijkheid niet meebrengen dat Bodelaeke feitelijk geen tijd gegund krijgt om storingen te verhelpen of reparaties te laten uitvoeren.
4.12
Ter zitting van het hof is duidelijk geworden dat de storingen aan de brug enerzijds een gevolg zijn van gedragingen van de bestuurders van de boten en vandalisme, zonder dat sprake is van een defect onderdeel, bijvoorbeeld doordat zij te vaak op de knop drukken en anderzijds van defecte onderdelen. Die eerste categorie storingen is naar zeggen van Bodelaeke betrekkelijk snel en eenvoudig door haar zelf te verhelpen door de brug te resetten via een handeling in de kast die bij de brug staat. Voor de tweede categorie is meer tijd nodig omdat Bodelaeke daarvoor een bedrijf (zoals MTS) in moet schakelen en soms moet worden gewacht op de levering van een onderdeel. Dat heeft Bodelaeke niet zelf in de hand.
4.13
De belangen van de Gemeente om te zorgen voor een zo optimaal mogelijk toegang over de brug voor fietsers en voetgangers rechtvaardigen op zich een voorziening, maar daarbij moet ook aan de redelijke belangen van Bodelaeke tegemoet moet worden gekomen, te weten het park bereikbaar te houden voor bootverkeer en een redelijke termijn om reparaties uit te voeren en storingen op te lossen. Het hof zal daarom een voorlopige voorziening geven, waarbij - zoals op de mondelinge behandeling is besproken - rekening wordt gehouden met de geschetste storingscategorieën. Uitgangspunt is steeds dat Bodelaeke de storingen zo snel als mogelijk is verhelpt en niet stelselmatig wacht tot het eind van de hierna te stellen termijnen.
a. a) Bodelaeke moet storingen uit de eerste categorie - dus die welke geen gevolg zijn van een defect onderdeel - binnen maximaal 8 uren na het ontstaan daarvan verhelpen. Gedurende die 8 uren mag de brug voor bootverkeer openblijven. Na het verstrijken van die 8 uren verbeurt zij een dwangsom van € 100,- per uur, met een maximum van € 25.000,- dat aan dwangsommen kan worden verbeurd.
b) Bodelaeke moet storingen uit de tweede categorie herstellen, waartoe de brug gedurende maximaal 72 uren na ontdekking open mag blijven voor bootverkeer. Zodra die 72 uren zijn verstreken zijn dient Bodelaeke een voorziening te treffen opdat de brug weer toegankelijk is voor fietsers en voetgangers (bijvoorbeeld doordat de brug handmatig kan worden gesloten) dan wel een voorziening te treffen waardoor fietsers en voetgangers het fietspad waarin de brug ligt kunnen gebruiken (bijvoorbeeld door middel van een pont), op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag of deel daarvan dat de brug niet toegankelijk is voor fietsers en voetgangers, met een maximum van € 25.000,- dat aan dwangsommen kan worden verbeurd [3] .
4.14
De overige stellingen van partijen behoeven geen bespreking. Voorzover die al voldoende zijn onderbouwd met feiten en omstandigheden leiden die niet tot een ander oordeel.
De conclusie
4.15
Het hoger beroep slaagt deels. Het hof zal beslissen dat elke partij zijn eigen kosten moet dragen (compensatie van proceskosten) omdat partijen ieder deels gelijk hebben gekregen, zowel wat betreft de procedure bij de voorzieningenrechter als in hoger beroep [4] .
4.16
De veroordelingen in deze uitspraak kunnen ook ten uitvoer worden gelegd als een van partijen de beslissing van het hof voorlegt aan de Hoge Raad (uitvoerbaarheid bij voorraad).

5.De beslissing

Het hof:
5.1
vernietigt het vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Overijssel, locatie Zwolle van 12 augustus 2025, en beslist, opnieuw rechtdoende:
a. veroordeelt Bodelaeke om storingen uit de eerste categorie als bedoeld in 4.12 en 4.13 - dus die geen gevolg zijn van een defect onderdeel - binnen maximaal 8 uren na het ontstaan daarvan te verhelpen. Gedurende die 8 uren mag de brug voor bootverkeer open blijven. Na het verstrijken van die 8 uren verbeurt zij een dwangsom van € 100,- per uur, met een maximum van € 25.000,- dat aan dwangsommen kan worden verbeurd.
b) veroordeelt Bodelaeke om storingen uit de tweede categorie als bedoeld in 4.12 en 4.13 - die een gevolg zijn van een defect onderdeel - te herstellen, waartoe de brug gedurende maximaal 72 uren na ontdekking open mag blijven voor bootverkeer. Zodra die 72 uren zijn verstreken zijn dient Bodelaeke een voorziening te treffen om de brug weer toegankelijk is voor fietsers en voetgangers te maken (bijvoorbeeld doordat de brug handmatig kan worden gesloten) dan wel een voorziening te treffen waardoor fietsers en voetgangers het fietspad waarin de brug ligt kunnen gebruiken (bijvoorbeeld door middel van een pont), op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag of deel daarvan dat de brug niet toegankelijk is voor fietsers en voetgangers, met een maximum van € 25.000,- dat aan dwangsommen kan worden verbeurd;
5.2
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt, zowel van het hoger beroep als van de procedure bij de voorzieningenrechter;
5.3
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
5.4
wijst af wat verder is gevorderd.
Dit arrest is gewezen door mrs. J. Smit, voorzitter, J.H. Kuiper en R.E. Weening, en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op
4 november 2025.

Voetnoten

1.Grief 2 faalt
2.De grieven 3 tot en met 5 falen
3.De grieven 6 en 7 slagen deels
4.Grief 8 faalt