Uitspraak
het Pensioenfonds,
KTC Bolsward,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 februari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de faillietverklaring van KTC Bolsward B.V. Het Pensioenfonds Zorg en Welzijn, vertegenwoordigd door mr. E.T. van den Hout, had hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland, die op 7 januari 2025 het verzoek tot faillietverklaring had afgewezen. De rechtbank oordeelde dat niet summierlijk was gebleken van het vorderingsrecht van het Pensioenfonds.
In het hoger beroep voerde het Pensioenfonds aan dat KTC Bolsward een dwangbevel had ontvangen en dat er onbetaalde facturen waren. Het hof oordeelde dat het vorderingsrecht van het Pensioenfonds voldoende was komen vast te staan, mede door het bestaan van een steunvordering van de Belastingdienst op KTC Bolsward. Het hof stelde vast dat KTC Bolsward in een toestand verkeerde van hebben opgehouden te betalen, wat voldeed aan de vereisten van artikel 6 lid 3 van de Faillissementswet.
Het hof vernietigde de beschikking van de rechtbank en verklaarde KTC Bolsward B.V. per heden in staat van faillissement. Tevens benoemde het hof mr. D.J. Klijn tot rechter-commissaris en mr. S.L. Elzinga tot curator. Deze uitspraak is gedaan in het openbaar en is geregistreerd onder ECLI:NL:GHARL:2025:737.