ECLI:NL:GHARL:2025:7413
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over hervatting van begeleide omgang na beëindiging van hulpverleningstraject
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 18 november 2025 uitspraak gedaan in een hoger beroep dat was ingesteld door de man tegen een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Noord-Nederland. De man en de vrouw zijn de ouders van een minderjarig kind, geboren op 29 september 2016. De man heeft een omgangsregeling aangevraagd na een lange periode van geen contact met zijn dochter. De rechtbank had eerder bepaald dat een hulpverleningstraject, het BOCS-traject, zo spoedig mogelijk moest worden hervat, maar de vrouw heeft dit traject beëindigd. De man heeft in kort geding gevorderd dat de vrouw haar medewerking aan het hervatten van het BOCS-traject moet verlenen. De voorzieningenrechter heeft deze vorderingen afgewezen, maar het hof oordeelt dat de zaak niet te complex is voor een kort geding en dat er voldoende spoedeisend belang is. Het hof heeft geoordeeld dat de vrouw moet meewerken aan het hervatten van het BOCS-traject en heeft een dwangsom opgelegd voor het geval zij dit weigert. Het hof heeft de eerdere beslissing van de voorzieningenrechter vernietigd en de vorderingen van de man toegewezen.