ECLI:NL:GHARL:2025:7431

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
20 november 2025
Publicatiedatum
24 november 2025
Zaaknummer
P25/253
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging en wijziging van voorwaarden terbeschikkingstelling met verlenging

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 november 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Gelderland van 2 mei 2025. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en de voorwaarden omtrent de time-out gewijzigd, omdat deze voor de reclassering onuitvoerbaar waren. Tevens heeft het hof de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met twee jaren verlengd. De terbeschikkinggestelde, geboren in 1952, verblijft bij een instelling en heeft een verleden van ernstige strafbare feiten, waaronder verkrachting en mensenhandel. De rechtbank had eerder de terbeschikkingstelling met twee jaren verlengd en enkele voorwaarden opgelegd, waaronder een time-out en elektronische controle van zijn telefoon. Het hof heeft de argumenten van zowel de terbeschikkinggestelde als het openbaar ministerie gehoord. De terbeschikkinggestelde pleitte voor een kortere verlenging van de maatregel en handhaving van de huidige voorwaarden, terwijl het openbaar ministerie een verlenging met twee jaren en wijziging van de voorwaarden voorstelde. Het hof heeft de noodzaak van langdurig toezicht en begeleiding door de reclassering onderstreept, gezien het recidivegevaar en de stoornissen van de terbeschikkinggestelde. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken en de voorwaarden zijn aangepast conform het reclasseringsadvies.

Uitspraak

TBS P25/252
Beslissing van 20 november 2025
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1952,
verblijvende bij [instelling] te [plaats] ,
verder te noemen: de terbeschikkinggestelde.
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, van 2 mei 2025. Deze beslissing houdt in de verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaren, wijziging van de voorwaarde die ziet op het meewerken aan een time-out, afwijzing van het verzoek tot wijziging van de voorwaarde die ziet op elektronische controle van de telefoon van de terbeschikkinggestelde en afwijzing van het verzoek om de mogelijkheid van een civiele machtiging te laten onderzoeken.
Het hof heeft gelet op dezelfde stukken als de rechtbank en daarnaast op:
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de akte van 14 mei 2025 waarbij de terbeschikkinggestelde beroep heeft ingesteld;
- het voortgangsverslag van Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering (
hierna: de reclassering)van 24 juli 2025;
- de aanvullende informatie van de reclasseringvan 20 oktober 2025;
- een brief van de reclassering van 27 oktober 2025 aan de terbeschikkinggestelde, met als inhoud een aanwijzing waar de terbeschikkinggestelde zich aan moet houden.
Het hof heeft ter zitting van 6 november 2025 gehoord de advocaat-generaal,
mr. M.C. Polfliet, en de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman,
mr. P. Bonthuis, advocaat te Haskerdijken.

Overwegingen

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
De terbeschikkinggestelde wil graag dat dat de maatregel wordt verlengd met één jaar in plaats van twee jaren, zodat na dat jaar de mogelijkheid van een rechterlijke machtiging onderzocht kan worden. Het gaat goed met hem. Hij mag onbegeleid boodschappen doen en staat op de wachtlijst voor plaatsing bij [instelling] in [plaats] , waar hij erg naar uitkijkt. Naast verlenging van de maatregel met één jaar, heeft de raadsman verzocht om de voorwaarde omtrent de time-out niet te wijzigen, maar de huidige formulering in stand te laten. Ten slotte heeft de raadsman bepleit dat de voorwaarde die ziet op elektronische controle van de telefoon van de terbeschikkinggestelde, nader geconcretiseerd moet worden, zodat deze in overeenstemming is met de Landeck-jurisprudentie.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft verzocht om de beslissing van de rechtbank te vernietigen, maar de maatregel wel met twee jaren te verlengen en de voorwaarde omtrent de time-out te wijzigen conform het reclasseringsadvies van 6 februari 2025. Vernietiging is dan ook alleen nodig vanwege de wijze waarop de rechtbank de voorwaarde heeft gewijzigd.
Er is nog steeds sprake van een stoornis en een matig tot hoog recidiverisico. Langdurig toezicht en begeleiding door de reclassering blijft van belang voor de terbeschikkinggestelde. Nu niet duidelijk is wanneer hij bij [instelling] geplaatst kan worden, het risicomanagement nog noodzakelijk is en ook na plaatsing bij [instelling] nog nodig zal zijn, is een verlenging van de maatregel met twee jaar aangewezen.
Het oordeel van het hof
Vernietiging
De reclassering heeft in haar advies van 6 februari 2025 geadviseerd om de voorwaarde omtrent de time-out te wijzigen, omdat de voorwaarde in de huidige formulering voor de reclassering onuitvoerbaar is. Met de rechtbank ziet het hof aanleiding om deze voorwaarde te wijzigen. Nu de rechtbank in haar beslissing een andere formulering heeft gehanteerd dan de reclassering heeft geadviseerd, zal het hof de beslissing vernietigen. Het hof zal in het dictum aansluiten bij de voorwaarde zoals geformuleerd in het reclasseringsadvies van 6 februari 2025.
Ten aanzien van de verlenging van de maatregel en de voorwaarde over elektronische controle van de telefoon van de terbeschikkinggestelde overweegt het hof verder als volgt.
Indexdelicten
De terbeschikkinggestelde is bij arrest van dit hof van 6 april 2001 – kort gezegd – veroordeeld voor: verkrachting (meermalen gepleegd), mensenhandel in vereniging (meermalen gepleegd) en het plegen van ontuchtige handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen bij een minderjarige tussen de twaalf en zestien jaren oud.
Deze misdrijven zijn gericht tegen of veroorzaken gevaar voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen. De terbeschikkingstelling is daarom niet in duur beperkt.
Stoornis en recidivegevaar
Uit de Pro Justitia rapportage van psychiater [naam] van 23 januari 2025 volgt dat bij de terbeschikkinggestelde sprake is van een matig verstandelijke beperking, pedofilie (niet exclusief) en een stoornis in het gebruik van alcohol, in volledige en langdurige remissie onder gereguleerde omstandigheden. Het disfunctioneren van de terbeschikkinggestelde op de diverse levensdomeinen voorafgaand aan de oplegging van de terbeschikkingstelling kan passen bij een persoonlijkheidsstoornis, maar kan ook verklaard worden vanuit zijn verstandelijke beperking. Verder is sprake van antisociale trekken.
Het risico op een zedendelict zonder het huidige risicomanagement in de toekomst wordt door de psychiater als matig tot hoog ingeschat. Met het huidige risicomanagement is het risico op een zedendelict laag.
Uit het reclasseringsadvies van 6 februari 2025 volgt dat zolang er voldoende controle, toezicht en ondersteuning (inclusief justitieel kader) is, de terbeschikkinggestelde libido remmende medicatie inneemt, abstinent is van alcohol en met gerichte en in tijd beperkende afspraken gebruik maakt van beperkt onbegeleid verlof, het recidiverisico als matig wordt ingeschat. Het recidiverisico wordt ingeschat als hoog wanneer de terbeschikkinggestelde op dit moment zonder professionele begeleiding zou terugkeren in de maatschappij.
Verlenging
Op grond van het hiervoor genoemde rapport en het reclasseringsadvies stelt het hof vast dat bij de terbeschikkinggestelde sprake is van een stoornis en dat vanwege het recidivegevaar de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel vereist.
Duur van de verlenging
Het hof heeft als uitgangspunt dat de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in het bestaande juridische kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van met een termijn van één jaar. Het hof ziet in dit geval geen aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken.
De voorwaarde ‘elektronische controle’
Met de rechtbank ziet het hof ook geen aanleiding om de voorwaarde die ziet op de elektronische controle van de telefoon van de terbeschikkinggestelde te wijzigen. De door de raadsman aangehaalde Landeckjurisprudentie ziet uitdrukkelijk op de opsporingsfase en reguleert de wijze waarop de politie en justitie ingrijpende opsporingsmiddelen kunnen inzetten die leiden tot aantasting van de privacy in de situatie dat iemand nog verdachte is. De genoemde voorwaarde is opgelegd als onderdeel van een forensisch kader na een veroordeling. Binnen dit kader is de reclassering belast met het toezicht op de voorwaarden. Ter terechtzitting bij de rechtbank is door deskundige Nijkamp van de reclassering aangegeven dat de elektronische controles worden uitgevoerd door daartoe opgeleide collega’s van de reclassering. Het hof ziet daarom geen reden tot nadere specificering van de voorwaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigtde beslissing van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, van 2 mei 2025 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde,
[terbeschikkinggestelde] .
Verlengtde terbeschikkingstelling met een termijn van
twee jaren.
Wijzigtde bij beslissing van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem,
van 7 april 2023 aan de terbeschikkinggestelde opgelegde voorwaarde die ziet op het meewerken aan een time-out in die zin, dat deze komt te luiden:
“Als de reclassering dat nodig vindt en betrokkene daarmee instemt, kan betrokkene voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of betrokkene deze beëindigt, maar maximaal 7 weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal 7 weken, tot maximaal 14 weken per jaar.”
Wijst afhet verzoek tot wijziging van de door de rechtbank bij beslissing van 7 april 2023 aan de terbeschikkinggestelde opgelegde voorwaarde die ziet op de elektronische controle van zijn telefoon.
Aldus gedaan door
mr. W.A. Holland, voorzitter,
mr. M J. Vos en mr. O.G. Schuur, raadsheren,
en drs. [raad] en drs. [raad] , raden,
in tegenwoordigheid van mr. I.H. Scharrenberg, griffier,
en op 20 november 2025 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.