Uitspraak
OVERWEGINGEN:
BESLISSING:
met ingang van maandag 8 december 2025 te 09.00 uur, zulks onder de navolgende voorwaarden:
A. van de Wardt, griffier, en ondertekend door de voorzitter en de griffier.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 24 november 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep met zaaknummer 21-002406-24. De verdachte had verzocht om opheffing of schorsing van de voorlopige hechtenis, die nog van kracht was. De advocaat-generaal heeft zich verzet tegen de opheffing, maar stond wel open voor schorsing op het moment dat de fictieve voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i.)-datum, vastgesteld op 8 december 2025, zou worden bereikt. Het hof heeft het primaire verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis afgewezen, omdat de ernstige bezwaren nog steeds aanwezig waren. Echter, het hof heeft het subsidiaire verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis toegewezen, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de gemaakte procesafspraken. De schorsing gaat in op 8 december 2025 om 09.00 uur, onder voorwaarden die de verdachte moet naleven, zoals het niet onttrekken aan de tenuitvoerlegging van de voorlopige hechtenis en het zich niet schuldig maken aan strafbare feiten tijdens de schorsingsperiode. De uitspraak is gedaan door de voorzitter en twee raadsheren, in aanwezigheid van de griffier.