In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 december 2025 een tussenarrest gewezen in het hoger beroep van de verdachte, die is aangeklaagd voor zijn vermeende betrokkenheid bij twee woningovervallen in [plaats 1] en [plaats 2]. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Overijssel, dat op 4 maart 2025 werd uitgesproken. Het hof heeft in dit tussenarrest de verzoeken van de verdediging om getuigen te horen, waaronder [getuige 1], [getuige 2] en [getuige 3], beoordeeld. De verdediging stelde dat deze getuigen konden verklaren over de plattegrond van de woning in [plaats 2], die in het kantoor van de verdachte was aangetroffen. Het hof oordeelde echter dat het horen van deze getuigen niet noodzakelijk was voor de verdediging van de verdachte.
Daarnaast heeft de verdediging verzocht om een reclasseringsrapport op te laten maken en om de boordcomputer van de inbeslaggenomen auto van de verdachte uit te lezen. Het hof heeft het verzoek voor het reclasseringsrapport toegewezen, maar het verzoek om de boordcomputer uit te lezen voorwaardelijk toegewezen, afhankelijk van de beschikbaarheid van de gegevens. Het hof heeft ook het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte afgewezen, waarbij het belang van de strafvordering zwaarder woog dan de persoonlijke belangen van de verdachte. Het hof heeft de zaak geschorst voor een periode van langer dan een maand, maar niet langer dan drie maanden, om de noodzakelijke onderzoekshandelingen te kunnen verrichten.