ECLI:NL:GHARN:1998:AA1221

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
4 november 1998
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
97/22036
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J. Lamens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van een naheffingsaanslag parkeerbelasting en de kennisgeving daarvan aan de belanghebbende

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 4 november 1998 uitspraak gedaan in een geschil over een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De belanghebbende, aangeduid als *X, had bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag die was opgelegd door de gemeente Arnhem. De uitspraak op het bezwaar vond plaats op 20 september 1997, waarna de belanghebbende in beroep ging. Tijdens de mondelinge behandeling op 21 oktober 1998, geleid door raadsheer J. Lamens, werd de zaak besproken. De belanghebbende stelde dat zij niet op de hoogte was van de koopavond in Arnhem en dat de naheffingsaanslag onterecht was opgelegd. Het hof oordeelde echter dat het een feit van algemene bekendheid is dat er op donderdag- of vrijdagavonden koopavonden plaatsvinden in Nederland. De belanghebbende had zich moeten vergewissen van de eindtijd van de betalingsverplichting voor het parkeren. Het hof concludeerde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd en dat het beroep van de belanghebbende ongegrond was. De uitspraak van de ambtenaar werd bevestigd, en er werden geen proceskosten aan de belanghebbende opgelegd.

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem
zesde enkelvoudige belastingkamer
nr. 97/22036
Proces-verbaal mondelinge uitspraak
belanghebbende : *X
te : *Z
ambtenaar : het hoofd van de afdeling gemeentelijke belastingen van de gemeente Arnhem
aangevallen beslissing : uitspraak d.d. 20 september 1997 op bezwaarschrift
soort belasting : parkeerbelasting
naheffingsaanslag : aanslagnr. *1
mondelinge behandeling : op 21 oktober 1998 te Arnhem door mr Lamens, raadsheer, in tegenwoordigheid van Wagener als griffier
waarbij verschenen : belanghebbende alsmede, *de ambtenaar
gronden:
1. Belanghebbende heeft ter zitting verklaard, dat zij bij de kennisneming van het onderhavige naheffingsaanslagbiljet en de uitspraak op het bezwaar ondanks de tenaamstelling op die van "*X-Y" niet anders heeft begrepen dan dat deze stukken aan haar en niet aan een ander waren gericht.
2. Het hof wil belanghebbende volgen in haar betoog, dat zij niet wist, dat in Arnhem op donderdagavond koopavond is en dat er niet zonder meer vanuit mag worden gegaan, dat een inwoonster uit *Z dat wel zou behoren te weten.
3. Het hof acht het evenwel een feit van algemene bekendheid, dat op donderdag- of vrijdagavonden door geheel Nederland de vaste koopavonden plaatsvinden. Overigens verdient het naar het oordeel van het hof daarom sterk aanbeveling, dat gemeenten op parkeerapparatuur en bebording ten dienste van parkeerders uitdrukkelijk vermelden welke avond ter plaatse als vaste koopavond geldt om onduidelijkheden dáárover in ieder geval te voorkomen.
4. Belanghebbende, die haar auto op donderdagmiddag 28 augustus 1997 op de Nieuwe Oeverstraat in het centrum van Arnhem parkeerde, had zich, gelet op het onder 3. vermelde, door het hof aangenomen feit van algemene bekendheid er dan ook van moeten vergewissen op welk tijdstip de betalingsverplichting voor het parkeren ter plaatse eindigde. Door een onderzoek hiernaar na te laten heeft belanghebbende zich aan het risico van een naheffingsaanslag blootgesteld.
5. De naheffingsaanslag is terecht aan belanghebbende opgelegd. Ook hetgeen zij overigens nog heeft aangevoerd doet hieraan niet af.
6. Het beroep van belanghebbende is ongegrond.
proceskosten:
Voor een kostenveroordeling als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken vindt het hof geen termen aanwezig.
beslissing:
Het gerechtshof bevestigt de uitspraak van de ambtenaar.
Aldus gedaan en in het openbaar uitgesproken te Arnhem op 4 november 1998 door mr Lamens, raadsheer, lid van de zesde enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van Wagener als griffier.
Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.
De griffier, Het lid van de voormelde kamer,
(N.Th. Wagener)(J. Lamens)
Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 10 november 1998