ECLI:NL:GHARN:1998:AA1265

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
16 juni 1998
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
97/0526
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.B.H. Röben
  • A.W.M. van der Waerden
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van een belastingverordening voor riolering in een buitengebied

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 16 juni 1998, staat de bevoegdheid van de gemeenteraad centraal om een gemeentelijke belasting in te voeren via een belastingverordening. De zaak betreft een beroep van belanghebbende, die bezwaar maakt tegen de heffing van een baatbelasting in verband met de aanleg van riolering in een buitengebied. De ambtenaar heeft gesteld dat de onroerende zaak van belanghebbende profiteert van de aanleg van het riool, en dat de kosten daarvan slechts gedeeltelijk aan de eigenaren van onroerende zaken zijn doorberekend. Belanghebbende heeft deze stelling niet weersproken. Het hof oordeelt dat er geen rechtsregel is die de gemeenteraad belemmert om een belastingverordening vast te stellen voor de aanleg van riolering. Ook de argumenten van belanghebbende over ongelijke behandeling en eerdere betalingen van zuiveringslasten worden door het hof verworpen. Het hof bevestigt de bestreden uitspraak en oordeelt dat het beroep van belanghebbende ongegrond is. De proceskosten worden niet toegewezen, omdat het hof geen termen aanwezig acht voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. Röben, raadsheer, in aanwezigheid van mr. Van der Waerden als griffier.

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem
vijfde enkelvoudige belastingkamer
nr. 97/0526
Proces-verbaal mondelinge uitspraak
belanghebbende : *X
woonplaats : *Z
ambtenaar : het Hoofd van de sector Financieel Beleid en Beheer van de gemeente *P
aangevallen beslissing : uitspraak op bezwaar
soort belasting : baatbelasting
jaar : 1996
mondelinge behandeling : op 2 juni 1998 te Harderwijk door mr Röben, raadsheer, in tegenwoordigheid van mr Van der Waerden, als griffier
waarbij verschenen : *de gemachtigde van de ambtenaar
waarbij niet verschenen : belanghebbende, met kennisgeving aan het hof
gronden:
1. Artikel 216 van de Gemeentewet bepaalt, dat de raad van de gemeente bevoegd is tot het invoeren van een gemeentelijke belasting door het vaststellen van een belastingverordening.
2. Geen rechtsregel belet de raad om een belastingverordening vast te stellen ter zake van de aanleg van riolering in een buitengebied.
3. De ambtenaar heeft gemotiveerd gesteld dat belanghebbendes onroerende zaak door de aanleg van het riool is gebaat en dat de aan die aanleg verbonden lasten slechts voor een beperkt deel aan de gerechtigden tot de onroerende zaken is doorberekend. Belanghebbende heeft zulks niet weersproken.
4. In de gemeente *P wordt tot en met 1996 geen rioolrecht geheven. Belanghebbende bepleit zulks.
Het besluit tot het heffen van een rioolrecht is eveneens voorbehouden aan de raad.
5. De ambtenaar heeft gesteld, dat in de grondprijzen van uit te geven bouwpercelen een aan de geheven belasting ongeveer gelijk bedrag is begrepen ter zake van de aanleg van een riool. Voor zover belanghebbende bedoelt te stellen dat sprake is van ongelijke behandeling te dezen verwerpt het hof derhalve deze stelling.
6. De wijze waarop andere gemeenten de kosten van de aanleg en het onderhoud van hun rioolstelsel al dan niet geheel op de burgers verhalen mist voor dit geding betekenis.
7. Hetzelfde geldt voor belanghebbendes stelling, dat hij in het verleden zuiveringslasten heeft betaald zonder dat er zuivering van af te voeren water plaatsvond.
8. Het beroep van belanghebbende is niet gegrond.
proceskosten:
Het hof acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.
beslissing:
Het gerechtshof bevestigt de bestreden uitspraak.
Aldus gedaan en in het openbaar uitgesproken op 16 juni 1998 te Arnhem door mr Röben, raadsheer, lid van de vijfde enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van mr Van der Waerden als griffier.
Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.
De griffier,Het lid van de voormelde kamer,
(A.W.M. van der Waerden)(J.B.H. Röben)
Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 23 juni 1998