5. Het geschil en de standpunten van partijen
5.1. Partijen houdt verdeeld, of belanghebbendes perceel
5.1.1. terecht in klasse 3 is ingedeeld en
5.1.2. belang heeft bij de waterkeringstaak van het waterschap.
5.2. Elk van de partijen heeft voor haar standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van haar afkomstige stukken.
5.3. Daaraan is mondeling, behalve de inhoud van de voormelde pleitnotities, toegevoegd – zakelijk weergegeven – op 10 januari 1997
5.3.1. door belanghebbende:
Onbetwist is dat zijn huis niet ligt onder de maatgevende hoogwaterstand (MHW).
5.3.2. en namens het DB:
5.3.2.1. De indeling van belanghebbendes perceel in klasse 3 is thans onherroepelijk en berust op het zogenoemde indirecte belang: door afwatering via het ondiepe grondwater levert het perceel waterbezwaar op dat de taakuitoefening door het waterschap jegens lager gelegen gronden noodzakelijk maakt.
5.3.2.2. Tussen percelen binnen een gebied kunnen grote variaties in waterafvoer voorkomen.
5.3.2.3. De speciWeke afvoer van een perceel is niet maatgevend voor de klassenindeling, maar alleen voor de verhouding tussen de bijdragen van de klassen in de waterbeheersingslasten.
5.3.2.4. In de toelichting op de voormelde Belastingverordening moet op blz. 5, vijfde regel onder ‘Artikel 12, lid 3’, voor ‘gebouwd’ worden gelezen: ongebouwd.
5.3.2.5. Voor 1992 behoeven de tarieven krachtens het overgangsrecht niet in de belastingverordening zelf te staan. Wel moeten de kostendragers uit de begroting kenbaar zijn.
5.3.2.6. Hij zal het tarievenblad uit de begroting-1992 van het waterschap aan het hof zenden.
5.4. en op 18 november 1997
5.4.1. door belanghebbende:
5.4.1.1. Hij betwist niet dat de terinzagelegging van het ontwerp van het onder 4.2 bedoelde besluit op 1 oktober 1991 kenbaar is gemaakt door publicatie in het P's Dagblad en de Q- en R-krant.
5.4.1.2. Hij heeft geen inhoudelijke argumenten tegen zijn bezwaren vernomen.
5.4.1.3. Zonder dijken zou de MHW lager zijn dan nu het water tussen de dijken moet blijven.
5.4.1.4. Het meetpunt op 1 kilometer vóór X is niet maatgevend voor het gebied van zijn perceel. De kortste afstand vanaf zijn huisnummer 1 tot de IJssel komt uit bij kilometerraai 01.
5.4.1.5. Zonder dijken zou zijn perceel niet onder water kunnen komen te staan.
5.4.2. en namens het DB:
5.4.2.1. Het indirecte belang van belanghebbendes perceel is voldoende toegelicht.
5.4.2.2. Hij heeft geen commentaar op het hem bij griffiersbrief van 8 juli 1997 toegezonden ‘slotwoord’ van belanghebbende van 3 juli 1997.
5.4.2.3. Het tariefbesluit heeft op alle gemeentesecretarieën ter inzage gelegen en dat is op 1 oktober 1991 in de voormelde kranten medegedeeld.
5.4.2.4. Alle grond die lager ligt dan de MHW vermeerderd met 0,5 meter heeft belang bij de hoofdwaterkering.
5.4.2.5. Zonder dijken zou de MHW inderdaad lager zijn, doch de dijken en hun hoogte moeten als een gegeven worden aanvaard.