ECLI:NL:GHARN:1998:AA1472
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.E. Haas
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van belastingvrijstelling voor een in Duitsland geregistreerde personenauto ter beschikking gesteld aan een mededirecteur van een automobielbedrijf
In deze zaak gaat het om de beoordeling van een belastingvrijstelling voor een personenauto die aan de belanghebbende, een mededirecteur van een in Duitsland gevestigde automobielonderneming, ter beschikking is gesteld. De belanghebbende woont in Nederland en heeft een vrijstelling gekregen op basis van artikel 3 van het Uitvoeringsbesluit BPM 1992. Deze vrijstelling is verleend voor het woon-werkverkeer tussen zijn woonplaats in Nederland en de werkplaats in Duitsland. De inspecteur van de Belastingdienst heeft echter betwist of de belanghebbende recht heeft op deze vrijstelling, omdat hij als mededirecteur beslissende invloed heeft op de registratie van de auto.
Het hof heeft vastgesteld dat de belanghebbende geen bewijs heeft geleverd dat hij niet in staat is om invloed uit te oefenen op de beslissing over de registratie van de auto. Het hof oordeelt dat het redelijk is om aan werknemers die geen beslissende invloed hebben op de registratie van een voertuig een ruimere vrijstelling te verlenen dan aan degenen die dat wel kunnen. De belanghebbende heeft echter niet aangetoond dat hij in deze situatie valt.
Uiteindelijk heeft het hof het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard en de uitspraak van de inspecteur bevestigd. De proceskosten werden niet toegewezen, omdat het hof geen termen aanwezig achtte voor een kostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 18 december 1998 door mr. N.E. Haas, raadsheer, in aanwezigheid van griffier mr. J.L.M. Egberts.