ECLI:NL:GHARN:1999:AA1360

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
24 augustus 1999
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
98/04131
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.B.H. Röben
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en de gevolgen van kentekenoverschrijving

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 24 augustus 1999 uitspraak gedaan in een beroep tegen een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting. De belanghebbende had een vergunning gekregen om belasting per automatische incasso te betalen, maar deze vergunning eindigde bij de beëindiging van het houderschap van het motorrijtuig. De rechtbank oordeelde dat de belasting verschuldigd is over een tijdvak van drie maanden, en dat de houder van het motorrijtuig bij aanvang van het tijdvak verantwoordelijk is voor de betaling. Bij de overschrijving van het kenteken naar een particulier wordt er geen teruggaaf van belasting verleend over het resterende deel van het lopende tijdvak. De nieuwe houder is pas belasting verschuldigd vanaf het volgende tijdvak van drie maanden. De inspecteur heeft de naheffingsaanslag terecht vastgesteld, en het beroep van de belanghebbende werd ongegrond verklaard. De proceskosten werden niet vergoed, omdat het hof geen termen aanwezig achtte voor een kostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. Röben, lid van de vijfde enkelvoudige belastingkamer, in aanwezigheid van mr. Van der Waerden als griffier.

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem
vijfde enkelvoudige belastingkamer
nr. 98/04131
Proces-verbaal mondelinge uitspraak
belanghebbende:*X
te:*Z
ambtenaar:Inspecteur van de Belastingdienst/Centraal bureau motorrijtuigenbelasting te Apeldoorn
aangevallen be-slissing:uitspraak op bezwaar van 23 november 1998
soort belasting:motorrijtuigenbelasting
dagtekening aanslagbiljet:12 oktober 1998
naheffingsaanslagnummer:* *Y8
tijdvak:11 juli tot en met 10 oktober 1998
mondelinge behandeling:met toestemming van beide partijen niet gehouden.
gronden:
1. Aan belanghebbende is met toepassing van artikel 15, lid 3, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 en artikel 4a van de Uitvoeringsregeling motorrijtuigenbelasting 1994 vergunning verleend om over nog niet aangevangen tijdvakken per automatische incasso te mogen betalen. De vergunning eindigt bij de beëindiging van het houderschap.
2. Voorgaande regeling laat onverlet, dat de belasting telkenmale is verschuldigd over een tijdvak van drie maanden, en wel door degene die bij de aanvang van het tijdvak in het kentekenregister als houder van het motorrijtuig staat geregistreerd.
3. Bij de overschrijving van het kenteken op naam van een particulier wordt over het resterende deel van het lopende tijdvak van drie maanden geen teruggaaf van belasting verleend.
4. Het deel van de belasting over het ten tijde van de verkoop nog lopende tijdvak kan eventueel met de nieuwe houder worden verrekend. Dit betekent voorts dat de nieuwe houder eerst met ingang van het volgende tijdvak van drie maanden belasting is verschuldigd.
5. De inspecteur heeft derhalve terecht de bestreden naheffingsaanslag vastgesteld.
6. Belanghebbendes beroep is niet gegrond.
proceskosten:
Voor een kostenveroordeling als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken vindt het hof geen termen aanwezig.
beslissing:
Het gerechtshof bevestigt de bestreden uitspraak.
Aldus gedaan en in het openbaar uitgesproken op 24 augustus 1999 door mr Röben, raadsheer, lid van de vijfde eenvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van mr Van der Waerden als griffier.
Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.
De griffier, Het lid van de voormelde kamer,
(A.W.M. van der Waerden) (J.B.H. Röben)
Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 7 september 1999