ECLI:NL:GHARN:1999:AA1372
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.B.H. Röben
- M.M. Nuboer
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen WOZ-beschikking en objectafbakening
In deze zaak gaat het om een beroep tegen een WOZ-beschikking van de gemeente Gendringen. De belanghebbende, eigenaar van een onroerende zaak, heeft bezwaar gemaakt tegen de vastgestelde waarde van zijn object, dat zich bevindt op een kavel van 1.200 m2. De ambtenaar heeft in de uitspraak op bezwaar aangegeven dat er een verwisseling heeft plaatsgevonden tussen twee objecten, wat heeft geleid tot een onjuiste objectafbakening. Deze onjuiste afbakening heeft geresulteerd in de vernietiging van de beschikking door de gemeente.
De belanghebbende stelt in beroep dat de vastgestelde waarde van het object niet reëel is, gezien de slechte staat van de onroerende zaak. Echter, het gerechtshof oordeelt dat, omdat de gemeente de beschikking heeft vernietigd op basis van de onjuiste objectafbakening, de belanghebbende niet-ontvankelijk is in zijn beroep. Het hof heeft geen termen gezien voor een kostenveroordeling zoals bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.
De uitspraak is gedaan op 7 oktober 1999 door mr. J.B.H. Röben, raadsheer, in aanwezigheid van mr. M.M. Nuboer als griffier. De belanghebbende had de mogelijkheid om binnen vier weken na de uitspraak schriftelijk verzoek in te dienen om de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke. Het hof benadrukt dat tegen een schriftelijke uitspraak beroep in cassatie openstaat bij de Hoge Raad der Nederlanden.