ECLI:NL:GHARN:1999:AA1408
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.B.H. Röben
- A.W.M. van der Waerden
- Rechtspraak.nl
Afvalstoffenheffing gemeente Zwolle en tariefdifferentiatie
In deze zaak gaat het om de afvalstoffenheffing die de gemeente Zwolle in 1997 heeft opgelegd op basis van de Verordening reinigingsheffingen. Het tarief voor de heffing bedraagt ƒ 339,– per perceel, ongeacht het aantal bewoners. De belanghebbende, die in 1997 de enige bewoner was van het perceel aan de *a-straat 27 te *Z, betwist de hoogte van de heffing. Hij stelt dat het gemeentelijk beleid onredelijk en onbillijk is, omdat hij vindt dat hij voor het afval van gezinnen moet betalen en pleit voor een gedifferentieerd tarief van maximaal een derde van het bedrag van de aanslag.
Het hof overweegt dat de gemeente Zwolle het tarief voor de heffing baseert op de kosten van inzameling en verwerking van huishoudelijk afval, gedeeld door het aantal percelen. Deze kosten bestaan voor het grootste deel uit vaste kosten die niet afhankelijk zijn van het aantal personen in een huishouden. Het hof concludeert dat er geen sprake is van verboden discriminatie en dat het aan de gemeenteraad is om te beslissen over de invoering van een systeem van tariefdifferentiatie.
De uitspraak van het hof bevestigt de eerdere beslissing, waarbij het beroep van de belanghebbende ongegrond wordt verklaard. Het hof acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. De mondelinge behandeling vond plaats op 20 april 1999, waarbij de ambtenaar aanwezig was, maar de belanghebbende niet. Het hof concludeert dat er geen onredelijke of willekeurige belastingheffing is en bevestigt de uitspraak van de gemeente.