ECLI:NL:GHARN:1999:AA1422
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T.J. Matthijssen
- Rechtspraak.nl
Afvalstoffenheffing en rechtsongelijkheid bij bewoners van een tehuis versus particuliere huishouding
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 6 april 1999, staat de afvalstoffenheffing centraal die aan de belanghebbende, een bewoner van de Commandantswoning op het Landgoed A te Z, is opgelegd voor het belastingjaar 1995. De belanghebbende betwist de aanslag van ƒ 390,60 op basis van verschillende gronden, waaronder de stelling dat er sprake is van dubbele belastingheffing. Hij stelt dat hij ook betaalt voor een contract met de dienst Milieu en Openbare Werken voor het afvoeren van afval voor het gehele complex. Het hof oordeelt echter dat de aanslag terecht is opgelegd, omdat het contract met de dienst op naam staat van het Tehuis A en niet op naam van de belanghebbende.
Daarnaast wordt in de uitspraak ingegaan op de rechtsongelijkheid die ontstaat doordat bewoners van het Tehuis niet separaat worden aangeslagen voor hun afvalproductie. Het hof stelt vast dat de procedure niet naar behoren is verlopen, aangezien de belanghebbende niet is gehoord in de bezwaarfase. Dit leidt tot de beslissing dat de ambtenaar het griffierecht aan de belanghebbende moet restituerend. Het hof bevestigt de uitspraak van de ambtenaar, maar gelast ook de terugbetaling van het griffierecht van ƒ 80,– aan de belanghebbende. De uitspraak benadrukt het belang van een correcte procedure en het gelijkheidsbeginsel in belastingzaken.