ECLI:NL:GHARN:1999:AA1452
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.B.H. Röben
- M.M. Nuboer
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake griffierecht
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 18 februari 1999 uitspraak gedaan over een verzet van belanghebbende tegen een niet-ontvankelijk verklaring van zijn beroep. Het verzet is ingediend naar aanleiding van een beschikking van 4 maart 1998, waarin de voorzitter van de tweede meervoudige belastingkamer het beroep van belanghebbende niet-ontvankelijk had verklaard. Belanghebbende had het hof schriftelijk verzocht om geen mondelinge behandeling te houden. De zaak draait om de betaling van griffierecht, dat volgens de wet aangetekend verzonden dient te worden. De griffier had belanghebbende op 7 november 1997 per aangetekend schrijven geïnformeerd over het verschuldigde griffierecht van ƒ 80,00, dat uiterlijk op 5 januari 1998 betaald diende te worden. Echter, de nota griffierecht was niet op de juiste wijze bij belanghebbende afgeleverd, omdat deze niet was aangeboden door de post. Hierdoor was niet voldaan aan de wettelijke vereisten, wat leidde tot de conclusie dat de beschikking van de voorzitter niet in stand kon blijven. Het hof heeft vastgesteld dat het verzet gegrond is en dat de zaak opnieuw in behandeling moet worden genomen. Belanghebbende zal een nieuwe uitnodiging tot betaling van het griffierecht ontvangen.