ECLI:NL:GHARN:1999:AA1474

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
22 januari 1999
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
97/20965
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.E. Haas
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen legesheffing voor ontheffing van geluidshinder in de open lucht

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 22 januari 1999, gaat het om een beroep van de vereniging X tegen een legesheffing opgelegd door het hoofd van de afdeling Gemeentebelastingen van Apeldoorn. De leges waren gevorderd voor een ontheffing van het verbod op geluidshinder in de open lucht, die betrekking had op twaalf repetities. De belanghebbende, vertegenwoordigd door haar voorzitter A en secretaris B, betwistte de hoogte van de leges, die oorspronkelijk op ƒ 350,– waren vastgesteld. Tijdens de mondelinge behandeling op 8 januari 1999 werd duidelijk dat de leges volgens de tarieventabel leges 1996 slechts ƒ 25,– mochten bedragen voor het in behandeling nemen van de aanvraag.

Het hof oordeelde dat de legesheffing niet correct was, omdat de leges slechts eenmaal konden worden geheven voor de aanvraag, ongeacht het aantal repetities. De ambtenaar had ten onrechte een hoger bedrag gevorderd en het hof vernietigde de eerdere uitspraak van de ambtenaar van 17 juli 1997. Het hof besloot de leges te verminderen tot ƒ 25,– en gelastte de ambtenaar om het door de belanghebbende gestorte griffierecht van ƒ 80,– te vergoeden. Tevens werden de proceskosten van de belanghebbende vastgesteld op ƒ 22,–, te vergoeden door de gemeente Apeldoorn.

De uitspraak benadrukt het belang van correcte tariefstelling en de noodzaak voor overheidsinstanties om zich aan de geldende wet- en regelgeving te houden bij het opleggen van leges. Het hof bevestigde dat de geraamde opbrengsten van de leges niet boven de geraamde lasten mogen uitkomen, en dat de ambtenaar niet gerechtigd was om meer leges te heffen dan de wet toestaat.

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem
derde enkelvoudige belastingkamer
nr. 97/20965
Proces-verbaal mondelinge uitspraak
belanghebbende : de vereniging X
te : Z
ambtenaar : het hoofd van de afdeling Gemeentebelastingen van Apeldoorn
aangevallen beslissing : uitspraak op bezwaarschrift tegen gevorderd bedrag
soort belasting : leges
dagtekening kennisgeving : 17 april 1996
mondelinge behandeling : op 8 januari 1999 te Arnhem door mr N.E. Haas, raadsheer, in tegenwoordigheid van mr Snoijink als grifWer
waarbij verschenen : namens belanghebbende haar voorzitter A en haar secretaris B, alsmede de woordvoerster van de ambtenaar
gronden:
1. Deze zaak en de gelijktijdig behandelde zaak nummer 97/20964 zijn afzonderlijk aanhangig sinds de splitsing waarvan de grifWer aan belanghebbende heeft kennisgegeven bij brief van 21 augustus 1997.
2. De aangevallen uitspraak van 17 juli 1997 die ‘ons kenmerk SF/Bel.-1’ draagt, is in kopie bij het inleidende beroepschrift overgelegd als bijlage 4, het bezwaarschrift als bijlage 3 en de voormelde kennisgeving, die ‘ons kenmerk ABJZ-2’ draagt, als bijlage 2.
3. De onderdelen 1.1 en 1.1.3 van de ‘Tarieventabel leges 1996 behorende bij de vierde wijziging van de Legesverordening 1994’ (hierna: tarieventabel-1996) luiden:
‘1.1. Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte van:
(...)
1.1.3. een beschikking op een aanvraag, voorzover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:ƒ 25,–’.
4. Volgens het vertoogschrift en de namens de ambtenaar ter zitting gegeven toelichting zijn de onderhavige leges van ƒ 350,– berekend voor onthefWng van het verbod van artikel 42m van de Algemene Plaatselijke Verordening (geluidhinder in de open lucht) voor twaalf repetities. Naar het eenstemmige uitgangspunt van partijen, dat het hof niet rechtens onjuist acht en daarom zal volgen, zijn de leges enkel geheven op de voet van tariefonderdeel 1.1.3 van de tarieventabel-1996 ten bedrage van ƒ 25,–.
5. Noch uit de desbetreffende vergunning/onthefWng zelf, die begint met de woorden ‘Naar aanleiding van uw bovenvermelde aanvraag’, noch anderszins blijkt, dat daaraan meer dan één aanvraag ten grondslag heeft gelegen. Daarom kan de onderhavige legeshefWng, waarvoor het belastbare feit is omschreven als ‘het in behandeling nemen van een aanvraag (...)’, slechts eenmaal het tarief van ƒ 25,– belopen.
6. B?ijkens het vertoogschrift huldigt de ambtenaar nog de opvatting, dat ten onrechte geen leges zijn berekend voor de weigering van onthefWngen voor 21 repetities
die kennelijk in dezelfde aanvraag waren begrepen. Ten overvloede heeft te gelden dat deze opvatting geen steun vindt in het voormelde tariefonderdeel of in artikel 1:3, eerste, tweede en derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
7. Het beroep is in zoverre gegrond.
8. Voor het overige kan het beroep niet leiden tot vermindering. In het bijzonder kan niet de eis worden gesteld, dat elk van de per onderdeel of per hoofdstuk van de voormelde tarieventabel vastgestelde tarieven blijft binnen de opbrengstgrens als bedoeld in artikel 229b van de Gemeentewet in de tot 1 juli 1996 geldende tekst. Vereist is slechts dat de geraamde opbrengsten van alle in de betrokken verordening opgenomen tarieven te zamen niet uitgaan boven de geraamde lasten ter zake. Gesteld noch gebleken is dat de voormelde vierde wijzigingsverordening in strijd hiermede zou zijn goedgekeurd.
proceskosten:
De proceskosten van belanghebbende zijn in overeenstemming met het Besluit proceskosten Wscale procedures en in samenhang met de voormelde zaak nr. 97/20964 te berekenen op de helft van haar reis- en verblijfkosten van ƒ 44,– ofwel op ƒ 22,–. Verletkosten van haar verschenen bestuursleden zijn gesteld noch gebleken.
beslissing:
Het gerechtshof:
– vernietigt de uitspraak van de ambtenaar van 17 juli 1997 met kenmerk SF/Bel.-1;
– vermindert het op 17 april 1996 gevorderde bedrag van ƒ 350,– tot ƒ 25,–;
– gelast de ambtenaar aan belanghebbende het door deze gestorte grifWerecht van ƒ 80,– te vergoeden;
– veroordeelt de ambtenaar in de proceskosten van belanghebbende voor een bedrag van ƒ 22,–, te vergoeden door de gemeente Apeldoorn.
Aldus gedaan en in het openbaar uitgesproken te Arnhem op 22 januari 1999 door mr N.E. Haas, raadsheer, lid van de derde enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van mr Snoijink als grifWer.
Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.
De grifWer, Het lid van de voormelde kamer,
(W.J.N.M. Snoijink)(N.E. Haas)
Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 4 februari 1999