ECLI:NL:GHARN:2000:AA5471
Gerechtshof Arnhem
- Voorlopige voorziening
- N.E. Haas
- Snoijink
- N.Th. Wagener
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake naheffingsaanslag omzetbelasting
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 1 februari 2000 uitspraak gedaan op het verzoek van X b.v. te Z om een voorlopige voorziening in verband met een naheffingsaanslag in de omzetbelasting. De naheffingsaanslag, met dagtekening 11 november 1999, was opgelegd door de inspecteur van de Belastingdienst/Ondernemingen P en betrof een bedrag van ƒ 29.766.652 aan belasting en ƒ 7.441.663 aan boete, met een heffingsrente van ƒ 228.079. De naheffingsaanslag was onmiddellijk invorderbaar op grond van de Invorderingswet 1990.
Belanghebbende had bezwaar aangetekend tegen de naheffingsaanslag, maar de inspecteur handhaafde deze bij uitspraak van 25 november 1999. Hiertegen is op 26 november 1999 beroep ingesteld, dat bij het hof is ingeschreven onder nummer 99/03450. Het verzoekschrift voor de voorlopige voorziening werd op 26 november 1999 ingediend en de mondelinge behandeling vond plaats op 12 januari 2000.
Tijdens de behandeling heeft belanghebbende haar verzoek gewijzigd en primair verzocht om zo spoedig mogelijk uitspraak te doen in de hoofdzaak, subsidiair om de naheffingsaanslag voorlopig te verminderen tot nihil of een aanvaardbaar bedrag. De inspecteur heeft zich tegen het subsidiaire verzoek verweerd. Het hof heeft geoordeeld dat het primaire verzoek geen verzoek om een voorlopige voorziening is en dat het subsidiaire verzoek niet voor inwilliging vatbaar is, omdat het niet de bevoegdheid van de inspecteur betreft om de invorderbaarheid van de naheffingsaanslag te schorsen. De president heeft uiteindelijk het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.
De beslissing is openbaar uitgesproken en afschriften zijn op 1 februari 2000 aangetekend verzonden.