ECLI:NL:GHARN:2000:AA5564
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.M. van Schie
- R. den Ouden
- Rechtspraak.nl
Hondenbelasting en de heffingsgrondslagen in de gemeente Elburg
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 10 februari 2000, staat de heffing van hondenbelasting door de gemeente Elburg centraal. De belanghebbende, een inwoner van Elburg, had bezwaar aangetekend tegen de opgelegde hondenbelasting voor het jaar 1999, waarin hij erkende houder te zijn van twee honden. Tijdens de mondelinge behandeling op 27 januari 2000, geleid door vice-president mr. P.M. van Schie, werd de heffingsambtenaar van de gemeente Elburg gehoord. De belanghebbende betoogde dat hij ten onrechte hondenbelasting moest betalen, omdat zijn honden de openbare weg niet vervuilen. Het Hof oordeelde echter dat de hondenbelasting, zoals vastgelegd in artikel 226 van de Gemeentewet, een heffing met een fiscaal doel is en dat het niet relevant is of de honden de openbare weg vervuilen.
Daarnaast werd het argument van de belanghebbende dat andere gemeenten 'erfhonden' vrijstellen van hondenbelasting verworpen. Het Hof stelde dat er geen rechtsregel bestaat die de gemeente Elburg verplicht om een dergelijk beleid te voeren. Ook de klacht van de belanghebbende over het hogere tarief voor het houden van een tweede hond werd afgewezen, aangezien de gemeenteraad de bevoegdheid heeft om tarieven vast te stellen, mits deze niet afhankelijk zijn van het inkomen of vermogen van de belastingplichtige.
Uiteindelijk concludeerde het Hof dat het beroep van de belanghebbende ongegrond was en bevestigde de bestreden uitspraak. De proceskosten werden niet toegewezen, omdat het Hof geen termen aanwezig achtte voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. P.M. van Schie, in aanwezigheid van griffier R. den Ouden.