ECLI:NL:GHARN:2000:AA5916
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T.J. Matthijssen
- Rechtspraak.nl
Waardebepaling onroerende zaak en belastingheffing door gemeente
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 17 februari 2000, betreft het een geschil over de waardebepaling van een onroerende zaak, gelegen aan de a-weg 1 te Z, in het kader van de Wet waardering onroerende zaken. De belanghebbende, vertegenwoordigd door een gemachtigde, had bezwaar aangetekend tegen de waardebeschikking die door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dronten was afgegeven. De waardebeschikking betrof de periode van 1 januari 1997 tot en met 31 december 2000, waarbij de waarde van de onroerende zaak door de Ambtenaar was vastgesteld op ƒ 185.000,-, gebaseerd op een taxatierapport van 7 augustus 1998.
Tijdens de mondelinge behandeling op 3 februari 2000 in Harderwijk, onder leiding van raadsheer T.J. Matthijssen, werd de waarde van de woning door de belanghebbende betwist. De belanghebbende stelde dat de woning ten tijde van de aankoop in januari/februari 1995 een uitgeleefde indruk maakte en dat hij zelf veel aan de woning had gedaan. Hij verdedigde een waarde van ƒ 167.500,-, ondersteund door een eigen taxatierapport.
Het Hof oordeelde dat de Ambtenaar niet voldoende bewijs had geleverd voor de door hem verdedigde waarde. Het Hof gaf de voorkeur aan de door de belanghebbende betaalde aankoopprijs van ƒ 175.000,-, waarbij het Hof opmerkte dat de werkzaamheden die de belanghebbende na de aankoop had verricht, mogelijk de reden waren voor het verschil met de gemeentelijke taxatie.
Het beroep van de belanghebbende werd gedeeltelijk gegrond verklaard. De uitspraak van de Ambtenaar werd vernietigd, de vastgestelde waarde werd verlaagd tot ƒ 175.000,-, en de Ambtenaar werd veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de belanghebbende, alsook het griffierecht. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. Matthijssen, in aanwezigheid van griffier mevrouw Vermeulen-Post.