ECLI:NL:GHARN:2000:AA6616

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
19 april 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
98/02586
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • I.B. Vermeulen-Post
  • T.J. Matthijssen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de rechtmatigheid van de heffingsverordening voor forensenbelasting door het Gerechtshof Arnhem

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 19 april 2000, werd de rechtmatigheid van de heffingsverordening voor de forensenbelasting in de gemeente Apeldoorn beoordeeld. De belanghebbende, aangeduid als X, had bezwaar aangetekend tegen de uitspraak van de ambtenaar, die de heffingsverordening had vastgesteld. De mondelinge behandeling vond plaats op 5 april 2000, waarbij mr. Matthijssen als raadsheer optrad en mevrouw Vermeulen-Post als griffier fungeerde. Tijdens de zitting werd de aanwezigheid van de belanghebbende en diens gemachtigde bevestigd, evenals de ambtenaar van de afdeling Gemeentebelastingen.

Het Hof oordeelde dat de bekendmaking van de heffingsverordening voldeed aan de wettelijke eisen, ondanks dat de publicatie in de Nieuwe Apeldoornsche Courant niet op het hoofdadres van de belanghebbende was bezorgd. Het Hof stelde vast dat er geen rechtsregel was die verbood dat de W.O.Z.-waarde van een onroerende zaak als heffingsgrondslag voor de forensenbelasting werd gebruikt. Dit betekende dat er geen sprake was van een vermogensafhankelijke belasting zoals bedoeld in de Gemeentewet.

Verder oordeelde het Hof dat de gemeente Apeldoorn bevoegd was om de forensenbelasting in te stellen en dat de argumenten van de belanghebbende niet konden leiden tot een andere conclusie. Het Hof bevestigde de uitspraak van de ambtenaar en achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. Matthijssen, waarbij de griffier de proces-verbaal opmaakte. Belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen vier weken na de verzenddatum van de uitspraak een schriftelijk verzoek in te dienen om de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke.

Uitspraak

IV
Gerechtshof Arnhem
vierde enkelvoudige belastingkamer
nr. 98/02586
Proces-verbaal mondelinge uitspraak
belanghebbende : X
te : Z
ambtenaar : het hoofd van de afdeling Gemeentebelastingen van de gemeente Apeldoorn
aangevallen beslissing : uitspraak d.d. 19 mei 1998 op bezwaar
jaar : 1997
soort belasting : forensenbelasting
mondelinge behandeling : op 5 april 2000 te Arnhem door mr. Matthijssen, raadsheer, in tegenwoordigheid van mevrouw Vermeulen-Post als griffier
waarbij verschenen : belanghebbende, vergezeld door diens gemachtigde, alsmede de Ambtenaar
gronden:
1. De Ambtenaar maakt aannemelijk dat de bekendmaking van de heffingsverordening voldoet aan de wettelijke eisen. Daaraan doet niet af dat de Nieuwe Apeldoornsche Courant, waarin mededeling is gedaan van de vaststelling en de terinzagelegging niet op belanghebbendes hoofdadres te Z wordt bezorgd.
2. Geen rechtsregel verbiedt dat de W.O.Z.- waarde van een onroerende zaak tevens als heffingsgrondslag voor de forensenbelasting wordt gehanteerd. In een dergelijk geval is geen sprake van een vermogensafhankelijke belasting als bedoeld in artikel 219, lid 2, van de Gemeentewet.
3. Ook hetgeen belanghebbende overigens aanvoert kan hem niet baten. De gemeente Apeldoorn was bevoegd de onderhavige forensenbelasting in te stellen.
proceskosten:
Het Hof acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.
beslissing:
Het Gerechtshof bevestigt de uitspraak van de Ambtenaar.
Aldus gedaan en in het openbaar uitgesproken op 19 april 2000 door mr Matthijssen, raadsheer, lid van de vierde enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van mevrouw Vermeulen-Post als griffier.
Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.
De griffier, Het lid van de voormelde kamer,
(I.B. Vermeulen-Post) (T.J. Matthijssen)
Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 20 april 2000
U kunt binnen vier weken na de verzenddatum van deze uitspraak het gerechtshof schriftelijk verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke. Voor het verkrijgen van een schriftelijke uitspraak bedraagt het griffierecht ¦ 150,-.
De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Het gerechtshof mag daarbij de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.
Uitsluitend tegen een schriftelijke uitspraak van het gerechtshof staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad der Nederlanden. Daarvoor is eveneens een griffierecht verschuldigd. Het ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak betaalde griffierecht wordt door de griffier van de Hoge Raad in mindering gebracht op het voor beroep in cassatie verschuldigde recht.