ECLI:NL:GHARN:2000:AA6945
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Lamens
- Rechtspraak.nl
Bepaling van de waarde van onroerende zaak in WOZ-zaak
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 28 juni 2000, stond de waarde van een onroerende zaak centraal. De belanghebbende, een eigenaar van een woning aan de a-straat 1 te Z, had bezwaar gemaakt tegen de WOZ-beschikking van de gemeente P, die de waarde van zijn woning op 220.000 gulden had vastgesteld per 1 januari 1995. De belanghebbende was van mening dat de waarde lager moest zijn, namelijk 219.000 gulden. Tijdens de mondelinge behandeling op 14 juni 2000, geleid door raadsheer mr. Lamens, werd de zaak besproken in aanwezigheid van de ambtenaar van de gemeente en de belanghebbende zelf.
De ambtenaar had ter ondersteuning van zijn standpunt een taxatierapport overgelegd, waarin de waarde van de woning werd onderbouwd. De belanghebbende had echter geen tegenrapport of vergelijkbare gegevens overgelegd om zijn standpunt te onderbouwen. Tijdens de zitting werd duidelijk dat er een poging was gedaan om tot een compromis te komen, maar deze was mislukt vanwege een verschil van 1.000 gulden tussen de partijen. De taxateur die ter zitting aanwezig was, kon niet overtuigend maken dat de waarde hoger dan 220.000 gulden zou moeten zijn, gezien de marges die bij dergelijke waardebepalingen gebruikelijk zijn.
Het Gerechtshof oordeelde uiteindelijk dat de waarde van de woning per 1 januari 1995 moest worden vastgesteld op 219.000 gulden, waarmee het beroep van de belanghebbende gegrond werd verklaard. De uitspraak van de gemeente werd vernietigd, en de ambtenaar werd veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de belanghebbende, die op 30 gulden werden vastgesteld. Tevens werd de ambtenaar gelast om het door de belanghebbende betaalde griffierecht van 80 gulden te vergoeden. Deze uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. Lamens, in aanwezigheid van griffier N.Th. Wagener.