ECLI:NL:GHARN:2000:AA6965
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Lamens
- E.M. van Hoorn
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van een naheffingsaanslag parkeerbelasting
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 27 april 2000, betreft het een beroep tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting die aan de belanghebbende, aangeduid als X, was opgelegd door het Hoofd van de afdeling Belastingen van de gemeente P. De naheffingsaanslag was opgelegd op 13 november 1997, maar de belanghebbende betwistte de rechtmatigheid hiervan. De eerste mondelinge behandeling vond plaats op 25 januari 2000, waarbij zowel de belanghebbende als het Hoofd aanwezig waren. Tijdens deze zitting werd vastgesteld dat er geen aanwijzingsbesluit was overgelegd dat de belastingplicht voor de a-straat te P op de datum van de naheffingsaanslag bevestigde.
Het Hof oordeelde dat de gemeente op basis van artikel 225 van de Gemeentewet bevoegd is om parkeerbelasting te heffen, maar dat er een geldig aanwijzingsbesluit moet zijn dat de plaats, tijdstip en wijze van heffing vastlegt. De Verordening, die op 31 mei 1995 was goedgekeurd, gaf aan dat dergelijke besluiten door de burgemeester en wethouders openbaar moesten worden gemaakt. Het Hof constateerde dat er geen bewijs was dat er op de datum van de naheffingsaanslag een geldend aanwijzingsbesluit bestond, en dat de stukken die waren overgelegd niet voldoende waren om de belastingplicht te onderbouwen.
Het Hof concludeerde dat de naheffingsaanslag ten onrechte was opgelegd, en verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond. De bestreden uitspraak werd vernietigd, en het Hof gelastte het Hoofd om het door de belanghebbende betaalde griffierecht van ƒ 45,- te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. Lamens, in aanwezigheid van mw. mr. Van Hoorn als griffier.