ECLI:NL:GHARN:2000:AA9513
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T.J. Matthijssen
- Rechtspraak.nl
Bepaling van de waarde van onroerende zaak in belastingzaak
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 13 december 2000, betreft het een geschil over de waardebepaling van een onroerende zaak, gelegen aan de a-weg 1 te Z. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de waardebeschikking van de heffingsambtenaar van de gemeente Deventer, die de waarde op 222.000 gulden had vastgesteld, met als waardepeildatum 1 januari 1995. De mondelinge behandeling vond plaats op 29 november 2000, waarbij de ambtenaar aanwezig was, maar de belanghebbende niet. De belanghebbende had wel een aangetekende oproep ontvangen, maar was niet verschenen.
De heffingsambtenaar ondersteunde zijn standpunt met een taxatierapport van een taxateur, die de waarde van de woning had vastgesteld op 222.000 gulden. De belanghebbende daarentegen concludeerde tot een waarde van 200.000 gulden, maar had geen tegenrapport of vergelijkbare gegevens overgelegd. De taxateur had een vergelijkbaar object genoemd dat in augustus 1994 was verkocht voor 220.000 gulden, maar de belanghebbende wees op enkele minpunten van zijn woning in vergelijking met het vergelijkingsobject.
Het Hof oordeelde dat de bewijslast voor de vastgestelde waarde bij de ambtenaar lag. Aangezien de gemeentelijke taxateur de woning van de belanghebbende uitsluitend extern had opgenomen, werd het taxatierapport door het Hof als minder betrouwbaar beschouwd. Uiteindelijk bepaalde het Hof de waarde van de onroerende zaak op 215.000 gulden, waardoor het beroep van de belanghebbende gedeeltelijk gegrond werd verklaard. De bestreden uitspraak werd vernietigd en de ambtenaar werd gelast het griffierecht van 45 gulden aan de belanghebbende te vergoeden.