ECLI:NL:GHARN:2000:AA9613

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
13 december 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
00/314
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verplichte verzekering ingevolge de Ziekenfondswet en voorlopige voorziening

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 13 december 2000, stond de vraag centraal of de Inspecteur van de Belastingdienst terecht had verklaard dat de belanghebbende verplicht verzekerd was ingevolge de Ziekenfondswet. De mondelinge behandeling vond plaats in aanwezigheid van de belanghebbende, haar echtgenoot en de Inspecteur. De President van het Gerechtshof, mr. P.M. van Schie, oordeelde dat de financiële gevolgen van de beslissing voor de belanghebbende niet van zodanige aard waren dat deze nopen tot het treffen van een spoedeisende voorziening. De President wees erop dat, mocht de belanghebbende in de bodemprocedure in het gelijk worden gesteld, artikel 8:73 van de Algemene wet bestuursrecht de mogelijkheid biedt om schadevergoeding te vragen van de Staat der Nederlanden. Dit maakte dat het verzoek om een voorlopige voorziening niet werd ingewilligd. De President achtte bovendien geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde dag, waarbij de President in tegenwoordigheid van de griffier, mr. R. den Ouden, de afwijzing van het verzoek bevestigde. Afschriften van de uitspraak zijn op 3 januari 2001 aangetekend verzonden.

Uitspraak

President van het Gerechtshof te Arnhem
Belastingkamer
nr. 00/314
Proces-verbaal mondelinge uitspraak
ingevolge artikel 8:84 van de Algemene
wet bestuursrecht
belanghebbende : X
te : Z
ambtenaar : de Inspecteur van de Belastingdienst/Onder-nemingen P
aangevallen beslissing : uitspraak op bezwaarschrift tegen de "verklaring Ziekenfondsverzekering zelfstandigen"
mondelinge behandeling : op 13 december 2000 te Arnhem door mr Van Schie, fungerend president, in tegenwoordigheid van mr Den Ouden als griffier
waarbij verschenen : belanghebbende, haar echtgenoot en de Inspecteur
Gronden:
De onderwerpelijke zaak heeft betrekking op de vraag of de Inspecteur terecht heeft verklaard dat belanghebbende verplicht is verzekerd ingevolge de Ziekenfondswet. Het antwoord op die vraag brengt in dit geval (nagenoeg) uitsluitend financiële gevolgen voor belanghebbende met zich, welke gevolgen niet van zodanige aard en omvang zijn dat daarvan kan worden gezegd dat zij nopen tot het treffen van een spoedeisende voorziening. Hierbij dient voorts nog in aanmerking te worden genomen dat, ingeval belanghebbende in de bodemprocedure - die tegelijk met de onderhavige procedure ter zitting van 13 december 2000 is behandeld - in het gelijk wordt gesteld, artikel 8:73 van de Algemene wet bestuursrecht de belastingrechter de mogelijkheid biedt om op verzoek van belanghebbende de schade die deze als gevolg van de verplichte overstap naar het ziekenfonds lijdt of zal lijden te laten vergoeden door de Staat der Nederlanden. Gelet op het vorenoverwogene, zal de President belanghebbendes verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening mitsdien niet inwilligen.
Proceskosten:
De President acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.
Beslissing:
De President wijst het verzoek af.
Aldus gedaan en in het openbaar uitgesproken op 13 december 2000 te Arnhem door mr Van Schie, fungerend president, in tegenwoordigheid van mr Den Ouden als griffier.
Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.
De griffier, De president,
(R. den Ouden) (P.M. van Schie)
Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 3 januari 2001