ECLI:NL:GHARN:2001:AB0471
Gerechtshof Arnhem
- Raadkamer
- B. Boerwinkel
- A. van Kuijck
- J. Dee
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verlenging gevangenhouding
Het Gerechtshof te Arnhem heeft op 7 maart 2001 uitspraak gedaan in een hoger beroep ingesteld door de officier van justitie in het arrondissement Zwolle. Dit hoger beroep was gericht tegen de beschikking van de arrondissementsrechtbank te Zwolle van 14 februari 2001, waarin de vordering tot verlenging van de gevangenhouding van de verdachte werd afgewezen. Tijdens de zitting heeft het hof de advocaat-generaal en de raadsman van de verdachte gehoord. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank en de akte van de griffier van 15 februari 2001 in overweging genomen.
De officier van justitie voerde in zijn appelmemorie aan dat er voldoende ernstige bezwaren tegen de verdachte bestonden, zoals blijkt uit een aanvullend proces-verbaal dat op dat moment beschikbaar was. Het hof constateerde echter dat de rechtbank de beslissing over de vordering tot verlenging van de gevangenhouding had aangehouden om de officier van justitie de kans te geven het dossier te completeren. Op 14 februari 2001 bleek dat noch de rechtbank, noch de raadsman, noch de officier van justitie het toegezegde proces-verbaal had ontvangen, wat de verdediging van de verdachte ernstig belemmerde.
Het hof oordeelde dat deze gang van zaken in strijd was met het recht op een eerlijke behandeling, zoals vastgelegd in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Het hof concludeerde dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moest worden verklaard in zijn vordering tot verlenging van de gevangenhouding, omdat er geen ruimte meer was voor een beoordeling van de ernstige bezwaren tegen de verdachte. De beschikking van de rechtbank werd vernietigd, en het hof verklaarde de officier van justitie niet-ontvankelijk in zijn vordering tot verlenging van de gevangenhouding.