ECLI:NL:GHARN:2001:AB0778
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. Makkink
- A. van Ginkel
- J. van Loo
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid werkgever voor schade door mishandeling door collega
In deze zaak heeft [Werknemer A] hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de arrondissementsrechtbank te Zwolle, waarin zijn vordering tegen [de Werkgever] werd afgewezen. [Werknemer A] stelde dat hij op 12 mei 1993 door zijn collega [werknemer B] was mishandeld tijdens werktijd, wat leidde tot aanzienlijke schade. Hij vorderde dat het hof het eerdere vonnis zou vernietigen en zijn schadevergoeding zou toewijzen, met veroordeling van [de Werkgever] in de proceskosten.
In hoger beroep heeft [Werknemer A] grieven aangevoerd tegen de oordelen van de rechtbank, waaronder de stelling dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat hij moest bewijzen dat [werknemer B] een onrechtmatige daad had gepleegd. [de Werkgever] heeft de stellingen van [Werknemer A] bestreden en een beroep gedaan op verjaring, stellende dat de vordering was verjaard. Het hof oordeelde dat de verjaring was gestuit door een brief van de FNV, waarin [de Werkgever] aansprakelijk werd gesteld voor de gevolgen van de mishandeling.
Het hof heeft vervolgens de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld. Het oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor een functioneel verband tussen de mishandeling en de werkzaamheden van [werknemer B]. Het hof concludeerde dat [de Werkgever] niet aansprakelijk was voor de schade die [Werknemer A] had geleden, omdat er geen aanwijzingen waren dat [de Werkgever] enige zeggenschap had over het gedrag van [werknemer B] in deze situatie.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigd en [Werknemer A] veroordeeld in de kosten van het hoger beroep. De uitspraak werd gedaan door de Derde civiele kamer van het Gerechtshof Arnhem op 9 januari 2001.