ECLI:NL:GHARN:2001:AB1392
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T.J. Matthijssen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om vermindering belastingbedrag op grond van artikel 229 d, lid 1, Gemeentewet door Gerechtshof Arnhem
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 11 april 2001, ging het om een geschil tussen de belanghebbende, een kamerhuurder, en de ambtenaar van de afdeling belastingen van de gemeente Enschede. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de beslissing van de ambtenaar, die op 21 december 1998 had besloten om het verzoek om vermindering van het belastingbedrag af te wijzen. De belanghebbende was van mening dat hij recht had op de zogenoemde 'Zalmsnip', een regeling voor kamerbewoners die in bepaalde omstandigheden belastingvermindering konden aanvragen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 28 maart 2001, geleid door raadsheer T.J. Matthijssen, werd vastgesteld dat de belanghebbende in 1998 niet belastingplichtig was voor de heffingen genoemd in artikel 229 d van de Gemeentewet. Het Hof volgde de opvatting van partijen dat de gemeente Enschede niet verplicht was om de 'Zalmsnip' uit te keren aan kamerbewoners die een onzelfstandig deel van een onroerende zaak bewoonden en niet belastingplichtig waren.
Het Hof concludeerde dat er geen gronden waren om de beslissing van de ambtenaar te herzien. De ambtenaar had verzuimd om een voor bezwaar vatbare beschikking af te geven op de aanvraag van de belanghebbende, wat leidde tot de beslissing dat de ambtenaar het griffierecht aan de belanghebbende moest vergoeden. Het beroep van de belanghebbende werd ongegrond verklaard, en de uitspraak van de ambtenaar werd bevestigd. De zaak benadrukt de voorwaarden waaronder kamerbewoners recht hebben op belastingvermindering en de verantwoordelijkheden van de ambtenaar in het proces.