ECLI:NL:GHARN:2001:AB2591
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. Verheugt
- A. Abbink
- J. van Kuijck
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen nietigverklaring inleidende dagvaarding en geldigheid van dagvaarding in strafzaak tegen besloten vennootschap
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 11 juli 2001 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de arrondissementsrechtbank te Arnhem, dat op 17 augustus 2000 was gewezen. De zaak betreft een besloten vennootschap die in hoger beroep ging tegen de nietigverklaring van de inleidende dagvaarding. De advocaat-generaal had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter, die de dagvaarding nietig had verklaard omdat deze niet op het juiste adres was uitgereikt. De inleidende dagvaarding was niet uitgereikt omdat op het adres van de vennootschap niemand werd aangetroffen die bereid of bevoegd was de dagvaarding in ontvangst te nemen. De griffier had de dagvaarding vervolgens als gewone brief verzonden naar het adres van de vennootschap.
Het hof heeft vastgesteld dat de nietigheid van de dagvaarding niet terecht was, omdat de wetgeving, met name de artikelen 529 en 531 van het Wetboek van Strafvordering, een aparte regeling biedt voor de uitreiking van gerechtelijke mededelingen aan rechtspersonen. Het hof oordeelde dat de officier van justitie niet verplicht was om de juistheid van de inschrijving van de woonplaats van de bestuurders in het handelsregister te controleren. De vennootschap heeft de verantwoordelijkheid om zorg te dragen voor een juiste inschrijving in het handelsregister, en het hof ging ervan uit dat aan deze verplichting werd voldaan.
Op basis van deze overwegingen heeft het hof de inleidende dagvaarding geldig verklaard en het vonnis van de economische politierechter vernietigd. De stukken zijn in handen gesteld van de griffier van de arrondissementsrechtbank te Arnhem voor verdere behandeling. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, mr. Van Laethem, en is op 25 juni 2001 ter openbare terechtzitting uitgesproken. Mr. Verheugt was buiten staat om het arrest mede te ondertekenen.