ECLI:NL:GHARN:2001:AB2915
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.B.H. Röben
- M.C.M. de Kroon
- J.A. Wolt
- Rechtspraak.nl
Belastingplicht en vrijstelling voor culturele stichtingen in de omzetbelasting
In deze zaak gaat het om een naheffingsaanslag in de omzetbelasting die is opgelegd aan de Stichting X, die kamermuziekconcerten organiseert. De naheffingsaanslag, gedateerd 1 mei 1999, bedraagt ƒ 8.173,- en is gebaseerd op een boekenonderzoek dat op 3 februari 1999 bij de stichting is uitgevoerd. De Inspecteur handhaafde de aanslag na bezwaar van de stichting, waarna de stichting in beroep ging bij het Gerechtshof Arnhem. Tijdens de mondelinge behandeling op 5 juni 2001 zijn de gemachtigde van de stichting en de Inspecteur gehoord.
De stichting stelt dat zij niet als ondernemer in de zin van de Wet op de omzetbelasting kan worden aangemerkt, omdat zij geen winstoogmerk heeft en haar activiteiten als culturele prestaties worden beschouwd. De Inspecteur daarentegen betoogt dat de stichting wel degelijk deelneemt aan het maatschappelijk verkeer en dat zij daarom belastingplichtig is. Het Hof oordeelt dat de stichting vergoedingen ontvangt voor haar diensten en dat zij daarmee deelneemt aan het economische verkeer. Het Hof wijst erop dat de wetgever de voorwaarden voor vrijstelling van belasting voor culturele instellingen heeft vastgesteld en dat de stichting niet voldoet aan de criteria voor vrijstelling.
Het Hof concludeert dat de stichting niet kan vertrouwen op eerdere communicatie met de Inspecteur over loonbelasting, aangezien dit niet betrekking had op de omzetbelasting. De uitspraak van de Inspecteur wordt bevestigd, en het beroep van de stichting wordt ongegrond verklaard. De proceskosten worden niet toegewezen aan de stichting, en de uitspraak is openbaar uitgesproken op 9 juli 2001.