ECLI:NL:GHARN:2001:AD3382
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Lamens
- Rechtspraak.nl
Belastingaanslag inkomstenbelasting 1997 en bewijs van ondersteuning aan familieleden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 7 augustus 2001, ging het om een belastingaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1997. De belanghebbende, [X], had in zijn aangifte een bedrag van ¦ 4.820,- opgevoerd als kosten van levensonderhoud, dat hij zou hebben betaald aan zijn ouders en andere familieleden. De Inspecteur van de Belastingdienst, [P], betwistte echter de rechtmatigheid van deze betalingen, omdat deze niet op een controleerbare wijze waren gedaan, zoals via bankoverschrijvingen of postwissels.
Tijdens de mondelinge behandeling op 24 juli 2001, waar de belanghebbende niet aanwezig was, maar wel de Inspecteur, werd het bewijs dat de belanghebbende had overgelegd, waaronder een 'statutory declaration' van zijn ouders en documenten van overmaking, niet overtuigend geacht door de Inspecteur. Het Hof concludeerde dat de belanghebbende niet had aangetoond dat de betalingen daadwerkelijk ten goede waren gekomen aan de genoemde personen, en dat de ondersteuning van deze personen niet noodzakelijk was voor hun bestaan.
Het Gerechtshof oordeelde dat het beroep van de belanghebbende ongegrond was, en bevestigde de uitspraak van de Inspecteur. Er werden geen kostenveroordelingen opgelegd, en het Hof gaf aan dat er geen termen aanwezig waren voor een kostenveroordeling volgens de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. J. Lamens, lid van de zesde enkelvoudige belastingkamer, in aanwezigheid van mw. mr. E.M. van Hoorn als griffier.