ECLI:NL:GHARN:2001:AD3452
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.M. van Schie
- N.E. Haas
- M. Matthijssen
- Rechtspraak.nl
Belastingrechtelijke geschil over aanslag vennootschapsbelasting 1994 en managementovereenkomst
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 22 augustus 2001, betreft het een belastingrechtelijk geschil tussen [X] B.V. en de Inspecteur van de Belastingdienst/Grote ondernemingen [P]. De zaak is ontstaan naar aanleiding van een aanslag vennootschapsbelasting over het jaar 1994. De belanghebbende, [X] B.V., heeft bezwaar gemaakt tegen de uitspraak van de Inspecteur, die de aanslag handhaafde. De mondelinge behandeling vond plaats op 8 augustus 2001, waarbij de rechters P.M. van Schie (voorzitter), N.E. Haas en M. Matthijssen aanwezig waren, evenals griffier R. den Ouden.
De Inspecteur betwistte de werkelijke bedoeling van de contractpartijen met betrekking tot een aanvullende arbeidsovereenkomst die op 12 december 1994 was gesloten tussen [X] B.V. en haar directeur [A]. De Inspecteur stelde dat deze overeenkomst niet de werkelijke verplichtingen van belanghebbende jegens [A] weerspiegelde en dat er geen reële kans bestond dat [X] B.V. aan haar verplichtingen zou voldoen. Het Hof oordeelde dat de werkverhouding tussen [X] B.V. en [A] was geregeld in een managementovereenkomst uit 1989, die tot en met 1994 niet was gewijzigd. De Inspecteur had geen bewijs geleverd dat de aanvullende arbeidsovereenkomst niet de werkelijke bedoeling van de partijen weergaf.
Het Gerechtshof concludeerde dat het beroep van [X] B.V. niet gegrond was en bevestigde de uitspraak van de Inspecteur. De mondelinge uitspraak werd in het openbaar uitgesproken op 22 augustus 2001. De partijen hebben de mogelijkheid om binnen vier weken na de verzenddatum van het proces-verbaal een verzoek in te dienen voor een schriftelijke uitspraak, maar het Hof benadrukte dat de mondelinge uitspraak niet aan heroverweging onderworpen kan worden. De proceskosten werden niet toegewezen, aangezien het Hof geen termen aanwezig achtte voor een kostenveroordeling.