ECLI:NL:GHARN:2001:AD3914
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T.J.M. Matthijssen
- Rechtspraak.nl
Belastingrechtelijke naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en inrichtingseisen
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 19 september 2001, betreft het een belastingrechtelijke kwestie over een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting. De belanghebbende, die als houder van een motorrijtuig met kenteken [AA-00-BB] geregistreerd stond, had bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag die was opgelegd door de Inspecteur van de Belastingdienst. De naheffingsaanslag was gebaseerd op een visuele controle die had plaatsgevonden op 10 augustus 1998, waarbij was vastgesteld dat het motorrijtuig niet voldeed aan de inrichtingseisen zoals gesteld in de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994.
Tijdens de mondelinge behandeling op 5 september 2001, geleid door mr. Matthijssen, werd de zaak besproken in aanwezigheid van de belanghebbende en de Inspecteur. Het Hof oordeelde dat de inrichting van het motorrijtuig bepalend is voor het toepasselijke belastingtarief. Het Hof merkte op dat het arrest van de Hoge Raad van 17 augustus 1998, dat betrekking had op de ongelijke behandeling van houders van meerdere voertuigen, niet van toepassing was op de onderhavige zaak, aangezien het motorrijtuig van belanghebbende na de relevante datum was geregistreerd.
Het Hof concludeerde dat de Inspecteur terecht de naheffingsaanslag had opgelegd, omdat het motorrijtuig niet voldeed aan de eisen van de wet. De belanghebbende had geen nieuwe argumenten aangedragen die de zaak in een ander licht zouden plaatsen. Het Hof bevestigde de uitspraak van de eerste aanleg en verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond. De proceskosten werden niet toegewezen, aangezien het Hof geen termen aanwezig achtte voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing werd openbaar uitgesproken door mr. Matthijssen, in aanwezigheid van griffier mevrouw Vermeulen-Post.