2 Het geding in hoger beroep
2.1 De gemeente heeft bij exploot van 13 juli 2000 aangezegd van laatstgenoemd vonnis in hoger beroep te komen, met dagvaarding van Geïntimeerde voor dit hof.
2.2 Bij memorie van grieven heeft de gemeente twee grieven tegen het bestreden vonnis in conventie aangevoerd en toegelicht, heeft zij bewijs aangeboden, een aantal nieuwe producties in het geding gebracht en heeft zij, onder verwijzing naar de dagvaarding in hoger beroep, geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis in conventie zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad:
1. Geïntimeerde zal veroordelen om binnen 48 uur na betekening van het in deze zaak te wijzen arrest, althans binnen een door het hof in goede justitie nader vast te stellen termijn, de oude toren te Varik en in het bijzonder de tussenvloer, gelegen ter hoogte van de bovenverdieping van het bij Geïntimeerde in gebruik zijnde dijkhuis aan de Straatnaam en nummer te Varik, te ontruimen, met al degenen die en al hetgeen dat zich daarop en daarin bevindt, en ontruimd te houden, met machtiging van de gemeente om die ontruiming zonodig met behulp van de sterke arm van de politie en justitie zelf te doen tenuitvoerleggen en zich daarvoor toegang te verschaffen tot het bij Geïntimeerde in gebruik zijnde dijkhuis aan de Straatnaam en nummer te Varik, op kosten van Geïntimeerde;
2. Geïntimeerde zal gebieden om al datgene te doen en na te laten dat noodzakelijk is om de onder 1. bedoelde tussenvloer uit de toren te verwijderen en de doorgang tussen toren en dijkhuis te dichten;
3. Geïntimeerde zal veroordelen tot het tegen afdoende kwijting aan de gemeente betalen van een dwangsom van f 2.500,= per keer of per dag dat hij handelt in strijd met het hiervoor onder 2. bedoelde gebod, althans van een zodanige dwangsom als het hof in goede justitie nader zal vaststellen;
4. Geïntimeerde zal veroordelen tot het tegen afdoende kwijting aan de gemeente betalen van een schadevergoeding van f 8.838,74 terzake van vergoeding voor kosten van rechtskundige bijstand vóór de onderhavige procedure, daaronder begrepen de kosten van het voorlopig getuigenverhoor;
5. Geïntimeerde zal veroordelen tot het tegen afdoende kwijting aan de gemeente betalen van alle schade die zij reeds geleden heeft en nog zal lijden ten gevolge van de weigering van Geïntimeerde om op eerste aanzegging de hiervoor onder 1 bedoelde tussenvloer te ontruimen, waaronder mede begrepen de kosten ontstaan door de daardoor opgetreden vertraging van de restauratiewerkzaamheden en de kosten van het wederom aanleggen en weer afbreken van de tussenvloer, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
6. Geïntimeerde zal veroordelen in de kosten van deze procedure in beide instanties.
2.3 Bij memorie van antwoord heeft Geïntimeerde de grieven bestreden, heeft hij een aantal nieuwe producties in het geding gebracht en heeft hij geconcludeerd dat het hof, bij arrest, voorzover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
in conventie:
het bestreden vonnis zal bekrachtigen, subsidiair, voor zover het vonnis voor wat betreft het ontvankelijkheidsoordeel zou worden vernietigd, zal bepalen dat terugwijzing voor wat betreft de inhoudelijke beoordeling van de zaak plaatsvindt; meer subsidiair zal bepalen dat de gemeente haar vorderingen worden ontzegd als zijnde rechtens ongegrond en/of onbewezen;
in voorwaardelijke reconventie:
zal verklaren voor recht dat Geïntimeerde eigenaar is van de tussenvloer in de toren van Varik, subsidiair zal verklaren voor recht dat betreffende de tussenvloer door bestemming een erfdienstbaarheid is ontstaan danwel dat door verjaring een erfdienstbaarheid is ontstaan, in dier voege dat het aan de gemeente in eigendom toebehorende erf ten behoeve van het aan Geïntimeerde in eigendom toebehorende erf is bezwaard, inhoudende dat de gemeente Neerijnen het gebruik van de tussenvloer ten behoeve van Geïntimeerde moet gedogen;
de gemeente, zowel in conventie als in reconventie, zal veroordelen in de kosten van deze procedure.
2.4 Ter zitting van 30 januari 2001 hebben partijen de zaak doen bepleiten, de gemeente door mr C.L.J.M. de Waal, advocaat te Utrecht, en Geïntimeerde door mr D.P. de Vries, advocaat te Tiel; beiden hebben daarbij pleitnotities in het geding gebracht en aan beide partijen is daarbij akte verleend van het in het geding brengen van nieuwe stukken.
2.5 Vervolgens hebben partijen de stukken voor het wijzen van arrest aan het hof overgelegd.