ECLI:NL:GHARN:2001:AD4760
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Naheffingsaanslag loonbelasting en afdrachtskortingen bij peuterspeelzalen
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 2 oktober 2001, staat de naheffingsaanslag loonbelasting van belanghebbende, Stichting [X], centraal. De zaak betreft de periode van 1 januari 1998 tot en met 31 december 1998, waarin de Inspecteur van de Belastingdienst/Ondernemingen [P] een naheffingsaanslag heeft opgelegd. Belanghebbende exploiteert twee peuterspeelzalen en had in de betreffende periode vijf werkneemsters in dienst. De stichting had eerder teruggave van loonbelasting en premies volksverzekeringen aangevraagd, waarbij zij niet voldoende rekening had gehouden met de deeltijdfactoren, wat leidde tot te hoge afdrachtskortingen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 18 september 2001, waarbij de Inspecteur aanwezig was maar belanghebbende niet, werd duidelijk dat de Inspecteur de teruggaveverzoeken op administratief niveau afhandelt voor bedragen onder de ƒ 10.000,-. De Inspecteur betwistte dat belanghebbende rechtens te beschermen vertrouwen had kunnen opbouwen op basis van de eerdere teruggavebesluiten. Het Hof oordeelde dat belanghebbende redelijkerwijs niet kon menen dat de Inspecteur een grondig onderzoek had ingesteld naar de juistheid van haar verzoek om teruggave, en dat er derhalve geen sprake was van een rechtens te beschermen vertrouwen.
Het Hof bevestigde de uitspraak van de Inspecteur en verklaarde het beroep ongegrond. Tevens werd er geen kostenveroordeling opgelegd, aangezien het Hof geen termen aanwezig achtte voor een dergelijke veroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. J.P.M. Kooijmans, lid van de achtste enkelvoudige belastingkamer, in aanwezigheid van griffier mr. J.L.M. Egberts. Afschriften van de uitspraak zijn op 9 oktober 2001 aangetekend verzonden.