ECLI:NL:GHARN:2001:AD4762
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.B.H. Röben
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing motorrijtuigenbelasting voor grensbewoner
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 4 oktober 2001, staat de belastingheffing van motorrijtuigenbelasting centraal voor een belanghebbende die in Duitsland woont maar de Nederlandse nationaliteit heeft. De belanghebbende, die houder is van een motorrijwiel met kenteken [AA-00-BB], betwist de naheffingsaanslag van de Inspecteur van de Belastingdienst, die stelt dat hij belasting verschuldigd is voor het tijdvak van 9 december 1999 tot en met 8 maart 2000. De mondelinge behandeling vond plaats op 20 september 2001, waarbij zowel de belanghebbende als de Inspecteur aanwezig waren.
Het Hof oordeelt dat de belanghebbende, ondanks zijn woonplaats in Duitsland, belastingplichtig is voor de motorrijtuigenbelasting, omdat hij als houder van het motorrijwiel geregistreerd staat in het Nederlandse kentekenregister. De stelling van de belanghebbende dat het motorrijtuig nooit in Nederland is geweest en hij dus geen gebruik heeft gemaakt van het Nederlandse wegenstelsel, wordt door het Hof verworpen. De wetgeving omtrent motorrijtuigenbelasting is duidelijk: de belasting is verschuldigd door degene op wiens naam het kenteken is geregistreerd, ongeacht de woonplaats.
De Inspecteur heeft in zijn verweerschrift aangegeven dat de boete die bij de naheffingsaanslag was inbegrepen, moet worden kwijtgescholden, wat door het Hof wordt bevestigd. De uitspraak van de Inspecteur wordt vernietigd, maar de naheffingsaanslag blijft gehandhaafd. Het Hof gelast de Inspecteur om het griffierecht van ƒ 60 aan de belanghebbende te vergoeden en veroordeelt de Inspecteur tot betaling van ƒ 30 aan proceskosten aan de belanghebbende. De beslissing van het Hof is definitief, aangezien er geen beroep in cassatie mogelijk is tegen deze mondelinge uitspraak, tenzij deze wordt vervangen door een schriftelijke uitspraak.